Oorlog en vrede

De zanger zingt een liedje
Bij wijze van protest
Hij is erg voor de vrede
En zeer tegen de rest
De mensen zingen vrolijk mee
Ze kennen het refrein
We shall overcome
Dat we toffejongens zijn

Maar iemand uit de massa
Die vroeg wat zing je tam
Ik vond je vroeger beter
Ten tijde van Vietnam
Ja
zegt de zanger somber
Mijnheer dat is zeer waar
Vrede is mooi voor mensen
Maar slecht voor mijn repertoire


Dominee op de kansel
Preekt nooit meer over God
Weg met de voorbeschikking
In eigen hand dat lot
Bijvoorbeeld in Zuid-Afrika
Waar het droevig is gesteld
Daar moet iets aan veranderen
Desnoods met geweld
Maar iemand uit het kerkvolk
Die roept waar ligt de grens
Als Jezus geweldloosheid was
Geldt dat niet voor de mens
Dominee lijkt solidair
Maar zijn woorden klinken hol
In de vrede zijn de kerken leeg
In de oorlog zijn ze vol

Papa zit op zijn praatstoel
De kinderen luisteren zoet
Het is een oud geliefd verhaal
Over een man met moed
De Moffen weerzinwekkend
De oorlog was o zo link
En opa redde Joden
Want o pa was zo flink
Dan vraagt de oudste zoon
Bij wijze van een grapje pap
Als opa toen zo flink was
Hoe kom jij nu zo slap
Ja
zegt de vader blozend
Dat heb je er nu van
De vrede kweekt slapjanussen
De oorlog maakt je man

En ergens op een slagveld
Rust de soldaat in vrede
Kruis op zijn kop
En zijn as in een urn
Hij heeft de strijd gestreden
Voor God Koningin en Vaderland
Voor het heilig ideaal
Oorlog dat wil niemand
We willen vrede allemaal

Tekst: Freek de Jonge
Uit: De Openbaring (1982) Muziek: Henny Vrienten