Nooit weer
Deur haast trein
Hond laars poot
Weide broek
Dier boer slacht
Blaas dood beul
Lamsschotel
De deur valt dicht
Onthoofdt haast het kind
De trein rijdt weg
De hond jankt
Een laars stond
Op zijn poot
De trein rijdt
Door de weiden
Het kind heeft In de broek geplast
De boer wijst het lam aan
Voor de slacht
De trein blaast uit
Het kind is dood
De beul aait
De hond
En eet
Van de lamsschotel
Dat nooit weer
Zegt een meneer
E n een mevrouw
Beaamt het gauw
Dat nooit weer
Knikt een vent gevat
Bij wie de leugen
Van zijn smoel af spat
Dat nooit weer
En wat toont het journaal
Wat zien we keer op keer
Het weer
Deur haast trein hond laars poot
Weide broek dier boer slacht
Blaas dood beul lamsschotel
Dat nooit weer
Zegt iedereen
En iedereen vergeet
Niemand weet
Dat nooit weer
Canoneert een kinderkoor
En ondertussen gaat het door
En wat toont het journaal
Wat zien we keer op keer
Het weer
Deur haast trein hond laars poot
Weide broek dier boer slacht
Blaas dood beul lamsschotel
Tekst: Freek de Jonge
Uit: Langzame Liedjes (1996) Muziek: Robert Jan Stips