De trekhond en de lucht
De trekhond trok een kar voort
Uit doodsangst voor de zweep
Met in zijn achterhoofd één ideaal
Te ontsnappen aan de greep
Niet langer aan het lijntje
Van discipline en tucht
Niet achter die hengel met de worst aan
Hij wou meer dan alleen de lucht
De lucht de lucht de lucht
Hij kwam een windhond tegen
Die zei ik heb een baan
Mijn baas die laat een haas los
En ik er achteraan
Dat wou de trekhond ook proberen
En hij weerde zich geducht
Maar aan het einde van elke wedren
Restte hem slechts de lucht
De lucht de lucht de lucht
Toen kwam hij een schoothond tegen
Met een jasje om haar buik
Die zei je moest eens weten
Wat ik alle dagen ruik
Hij kwam bij een bazin terecht
Maar sloeg spoorslags op de vlucht
Haar schoot was hard en benig
Los nog van de lucht
De lucht de lucht de lucht
Toen wou hij jachthond worden
Omdat zo’n hond hem had verteld
Dat je pas hoefde te jagen
Als de prooi al was geveld
Hij trof een slechte jager
En stelde met een zucht
Ik moet die baas wel laten schieten
Want hij raakt alleen de lucht
De lucht de lucht de lucht
Toen werd hij een arme straathond
Altijd honger altijd dorst
Hunkerend naar wat discipline
Smachtend naar de lucht van worst
Valt er voor een mens nog wat te leren
Uit deze dolle hondenklucht
Ja, het is overal hetzelfde:
Wat je najaagt is de lucht
De lucht de lucht de lucht
Uit: De Openbaring (1982) Muziek: Freek De Jonge