De Mythe – Tekstboek

DEEL I

(Het doek gaat open op de tonen The King of the Jews
van Ilya Glazunow. Er hangen twee stroken doek van
± 60 cm
breed vóór een horizondoek. Ik kom achter de voor de
zaal linkse strook vandaan en loop naar voren.)

Ik loop van de heuvel en iets…

Ik wou maar meteen beginnen
als u het niet erg vindt

Ongeveer een kwartier na aanvang zijn we nu bezig
Het eerste kwartier heb ik weggelaten
U zult ongetwijfeld uit de media hebben begrepen
dat er tijdens deze voorstelling
niet zoveel te lachen valt.

(gelach)

Deze lach natuurlijk niet meegerekend
(gelach)

En deze ook niet trouwens
(gelach)

Dat zijn er al drie… vier… vijf… zes
(gelach)

Nou dat kan al niet meer stuk vanavond
(gelach)

Zeven… acht… negen…

(gelach)

Tien… elf

Let u op vanavond… Gisteren zijn we tot 16 gekomen
(gelach)

Twaalf

(gelach)

Dertien… We halen het net niet.

(gelach)

Veertien of toch?

(gelach)

Vijftien. Bijna
(gelach)

Zestien. Ja hoor. Gelijk aan gisteren
(gelach)

Eén hoger!

(gelach)

Twee alweer
(gelach)

Drie! Enzovoorts

Ik had één mopje om te beginnen

Het is niet zo’n daverend mopje

Er komt een man aan de grens

met een doos margarine

De douanier vraagt: is dat echte boter?

waarop de man zegt: ‘Nee, morgen’

Dus we beginnen een kwartier na het begin.

Ik loop van de heuvel
Iets verderop onderaan
ligt een man
zeg maar een vrouw
dat is dramatischer

Ligt zij daar in hulpbehoevende omstandigheden
of maak ik dat ervan?

U bent een avond uit,
ik maak het ervan.

Ik versnel mijn pas,
dat wil zeggen
dat doet de heuvel

Is het bloed dat er uit haar mond komt,
of maak ik dat ervan?

Ook dat maak ik ervan
Ik loop op een holletje
want ik ga haar helpen.

Dat is mijn lust en mijn leven (een vrouw te helpen)
en ook de enige manier om ze afhankelijk te houden.Ik moet opeens denken aan die jonge hulpverlener
hij was onderhoudstherapeut

waarmee ik eens onverwachts in een bokstent terecht kwam

waar een bijstandsmoedertje door

een briesende prijsvechter links en rechts

doorheen werd geslagen

Dit tot groot genoegen van het publiek

Elke keer als ze tussen de mensen belandde

werd ze beetgepakt en terug in de ring gegooid.

Mijn vriend kon dit niet aanzien

en stopte haar een biljet van 25 gulden toe en zei

ga een cursus volgen moedertje, vlug wat.

Hij wilde met mij de tent verlaten,

maar hij overschatte het belang van de minderheid

ten opzichte van de wil van de meerderheid

Een fout die hulpverleners wel vaker maken

Hij werd in de ring gesleurd

en stond daar met ontbloot bovenlijf

tegenover die dampende stier

Ik wendde mijn gelaat af

propte mijn duimen in mijn oren

bij gebrek aan een biljet van 25 gulden

Toen ik alles weer open deed

zag ik die kolos krimpend van de pijn

naar de hoek van de ring terugkruipen

met zijn handen in zijn kruis.

Ik heb mijn vriend nooit durven vragen
wat hij gedaan had
maar hij mompelde iets van:
het doel heiligt de middelen.

Ook een fout die hulpverleners wel vaker maken

Ik ben nu vlak bij de vrouw aangeland

Zij ligt daar werkelijk in erbarmelijke omstandigheden

Ik denk jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb

En kniel bij haar neer

Mijn knieën kraken

Ik ga niet vaak voor een vrouw door de knieën

Mijn gewrichten staan stijf van het egoïsme
Ik lig oog in oog met haar en vraag
Kan ik misschien iets voor u doen?

Ze springt op en roept: ‘ha ha ha gefopt!

Ik denk: dat ga ik ook eens proberen.

Ik ga onderaan de heuvel liggen,
gulp ketchup uit mijn bek
Ik lig er een uur
Ik lig er anderhalf uur
Ik lig daar twee uur

Ik begin me al behoorlijk beroerd te voelen

Na twee en een half uur hoor ik

het geluid van hoge hakken

Klik klak klik klak klik klak

Even is het stil

Ik denk ha hulp!

Maar nee, klik klak klik klak klik klak
Na een halve dag hoor ik slof slof slof
En iemand mompelt

Jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb
Na drie weken

de maaien beginnen al uit de ketchup te kruipen
passeert er een cameraploeg met geluid
Vanaf dat moment is de passerende horde
niet meer te overzien.

Dag in dag uit trekken duizenden mensen aan mij voorbij.

Ja hoor daar ligt ‘ie, van de televisie

Moetje nou toch ’es kijken zeg

valt nog wel mee in het echt

16 Jaar lig ik daar

Dan komt er iemand bij me staan die zegt:

Als u nog 2 weken blijft liggen

maakt u kans om in het Guiness Book of Records te komen.
Maar voor welke discipline, smeek ik hem
Hij zegt: Voor medelijden hebben met jezelf
en vervolgt: Ik heb voor jou een belangrijke boodschap
Maar eerst dit.

Er was eens een koning

en die koning had een boodschapper

een plichtsgetrouw manneke

dat dag in dag uit enveloppen bracht

daar waar de koning ze hebben wou

De man was zo toegewijd

dat als er een dag geen bericht was

de koning het zo sneu voor hem vond

dat ’ie hem met een lege enveloppe op pad stuurde

Een fout die de overheid zich wel vaker met

zijn ambtenaren permitteert.

De boodschapper ging met pensioen
en genoot er nog volop 3 weken van.

Toen kwam er een tweede boodschapper

die nogal nieuwsgierig van aard was

Hij wou wel ’es weten wat er in die enveloppe zat.

Hield ’em boven de stoom van een fluitketel

De enveloppe bleek leeg

Die boodschapper zei tegen de koning:

Wat is dat nou voor een rotstreek om mij
een beetje voor joker door het land te laten sjokken
En de koning beloofde hem voortaan alleen
nog maar met gevulde enveloppen op pad te sturen.
Ook deze boodschapper ging met pensioen
en genoot er nog een hele dag van.

Toen kwam er een derde boodschapper

die niet alleen de enveloppe direkt open maakte

maar ook het bericht las

en er zelfs kleine wijzigingen in begon aan te brengen.

Zodanig dat de situatie in het land

maar dan ook volkomen uit de hand liep

De boodschapper wist het zo te draaien

dat de koning daar de schuld van kreeg

Ja, hij wist het zelfs zo ver te krijgen

dat de koning van de troon werd gestoten

en dat hij, de boodschapper de nieuwe koning werd.

Denk je dat die nieuwe koningnog ooit een boodschapper in dienst zal nemen?

Het antwoord brandt mij werkelijk op de lippen
maar ik denk:
ik hou mijn kop,
stel je voor

ik weet niet eens tegen wie ik praat.

Hij werpt mij een cassette toe en zegt:

hier, breng deze boodschap daar waar het lot u brengt

Dus ik naar mijn auto

(loop naar achteren en zeg tegen een voor de zaal
onzichtbare vrouw)

Wat doe jij hier?

Moetje niet thuis bij de kinderen zijn?

(kom bij het tweede iets verder naar achter hangende doek aan
waarachter voor het publiek onzichtbare kinderen)

Wat doen jullie hier?… ja!

(tegen vrouw)

Moeten die morgen niet gewoon naar school?

Alweer niet wat is er nu weer gaande?

Aardappelmoeheidsvakantie.

(tegen kinderen)

Mag ik misschien even de auto…?

(pak stoel)

Ik weet ook wel dat het de stoel is,
maar ik heb die mensen verteld
dat dit mijn auto is
en dat geloven ze.

Ja.

Als pappa dat zegt dan nemen ze dat aan.

Ja.

Ik wou dat jullie iets meer

van de fantasie van die mensen hadden,

dat zou me een hoop geld schelen.

(ga op stoel zitten)

Ik stap in mijn auto,

ik gooi mijn cassette

in het dashboard-kastje, ik start

en rij vervolgens met een vaartje van ioo kilometer

op ruim 1600 mensen af.

Misschien kan ik beter zo gaan zitten
(draai stoel kwartslag)

Dat is de laatste keer dat ik uw leven red vanavond.
Verkeersborden flitsen aan mij voorbij
Geluidshinder.

Wat moet ik daarmee?

Als ik gas geef wordt de geluidshinder groter

trap ik op de rem is de geluidshinder niet meer te overzien.

Overstekend wild.

Laat ze in het bos borden neerzetten met
Voorbijrazend snelverkeer.

Denk aan onze kinderen.

Denk aan onze kinderen?

Denk aan je eigen kinderen!

Ik heb genoeg aan de mijne.

Pijl naar links
kan ik volgen.

Pijl naar rechts
kan ik volgen
Pijl omhoog

Wordt moeilijk, maar ik kan ’m volgen
Maar 3 pijlen in het rond…
üren rij ik over de rotonde.

De autoradio geeft merkwaardige marsmuziek
knor knor bochel bochel
afgewisseld door een gedicht:Er was een man die niet langer God ontkende

hij dacht: als ik in Hem geloof dan moet Hij er wel zijn.

Er is nog hoop, riep hij dwars door de ellende,

zoiets als water drinken en denken: hmm… heerlijk wijn!

Het was in een tijd dat de verwarring groot was
de dreiging van de bom haalde de pit eruit
je zou als leek geneigd zijn te denken dat God dood was,
een gat in de markt dus voor een positief geluid.

De man riep: kom, ik ken de weg de waarheid en het leven

Als je erkent datje een zondaar bent,

moet je mij je vertrouwen geven,

krijg ik een C-omroep en 2 zetels in het parlement.

Hij zag zichzelf al zitten in de hemel

zij het op gepaste afstand van zijn vaders troon.

Hij dacht: als God mijn vader is, wat ik aan mag nemen
moet ik een halfbroer wezen van Gods zoon.

En hoewel er velen zeiden dat die vent getikt was
erkenden anderen hem onherroepelijk als hun Heer
Hij riep dat alles voorbeschikt was
en keek dientengevolge niet goed uit in het verkeer.

Zo kwam hij toch nog onverwachts op een kruispunt om het leven.
Daar hebben zijn discipelen 3 dagen heel devoot op hem gewacht
Zij hebben hem zelfs een 4de dag een kans gegeven
en hem toen naar het crematorium gebracht.

Daar was het of God zelf zich met de plechtigheid bemoeide
de schoorsteen wou niet trekken en de rook sloeg neer
zo stikte gans de achterban, terwijl hun Heer verschroeide
Er is nog hoop, dat zie je dan maar weer.

En voort gaat het over het asfalt, voort…

Ik kijk uit mijn rechterraampje
naast mij draaft een hert
Ik roep: je moet oversteken joh,
heb je die borden daar net niet gezien?

Mij krijg je het bos niet in

Het hert kijkt mij aan met een koppie van:

wedstrijdje doen?

Automatisch laat ik het gaspedaal los
Het hert neemt een lichte voorsprong
Dit laat ik niet op me zitten
ik geef een dot gas

Het hert klapt tegen een verkeersbord
en valt links uit de flank voor mijn rechterwiel
Ik gooi mijn portier open
(vioolmuziek)

Aha

is dit dat bos waar ze die ontslagen violisten in gestuurd hebben?
Ik loop om de motor…

(loop voor om stoel)

Ooh wacht

Ik heb een Volkswagen
(loop achterom stoel)

Ik loop om de motor
en neem een kijkje
Daar ligt het hert

dampend, reutelend, schuimbekkend

alsof het een fles Dreft

in één keer achterover heeft geslagen,

werkelijk in erbarmelijke omstandigheden

Ik denk: jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb.

De avond valt

Boem! Kletter, klinkerderinkel, kladderadatsch
De wind huilt,

Snik. Snotter. Snuif. Snuif
En de wolven huilen meeSnik. Snotter. Snuif. Snuif
Een uil roept

Koekoek!, tsjilp, kwinkeleer, lorre
En daar

daar boven de kruinen van het geboomte, verschijnt…
om een of andere merkwaardige reden
de volle maan!

Nu eerst zie ik de contouren

van dat krankzinnige kasteel

waar mijn avontuur zich gaat afspelen

In het fluweelzwart van het silhouet

floepen 2 lichtjes aan

Floep aan, floep aan

Ik loop naar het hert

voel een keer aan haar buik

en na een kort inwendig onderzoek

kan ik niet anders dan konkluderen

dat het hert zwanger is

Zij heeft een reetje in haar buik!

Ik kom bij de voordeur van het kasteel
en klop op de vermolmde deur:

Klolm, klolm
De deur zwaait open
Kniersp, kniersp

Maar dat kan ook een nieuw zoutje zijn

Achter de deur

staat een klein eng mannetje

en ik denk: wegwezen

Maar hij heeft me bij de schouder en zegt:

knierfbottel proel droem frommelgram?

Ik zeg: ja, ik kom aangereden met mijn auto
dat hert springt uit de berm
ik er tegen aan.

Laten we de politie bellen.

Hij snoert me de mond
en trekt me de hal in.

Daar staan nog es 98 van die kleine
griezelige mannekes.

(langdurige imitatie)
dat zijn er 4,5
(onderbreek imitatie)

die 6de, daar heb ik altijd zo’n moeite mee
(doe hand in broek)

Ik geloof dat mijn onderbroek te strak zit.

(voel in kruis)

Hé, hoe kan dat nou?

Ik ben toch met 2 van huis gegaan… dacht ik.
(roep in broek)

Alle ballen verzamelen!

(tegen vrouw achter doek)

Ik was toch met twee van huis gegaan?

In het glas op de wastafel laten staan.

Maar jij hebt je gebit toch wel in, hoop ik.

Anders kunnen er hele enge dingen gebeuren.

98 Van die mannetjes

en die mannetjes deinzend achteruit

en vormen een halve cirkel rond een ovalen vijver.

En op het water

lopen

héél voorzichtig

twee

onvoorstelbaar kleine schoentjes.

In den beginne schoorvoetend, maar weldra
regelmatig rondjes draaiend van 36.2
Al die mannetjes roepen gescandeerd:

Geloof in de kinderschoenen!

Geloof in de kinderschoenen!

Het zweet breekt me uit
Ik geloof me de pokkenIk doe wat ik kan
maar kan niet voorkomen
dat een van de
schoentjes water maakt.

Ik gooi nog een schepje op mijn geloof

maar ik kan niet voorkomen dat beide schoentjes

als baksteentjes van een poppenhuis

naar de bodem van de vijver zakken.

Een ogenblik is het beklemmend stil
Dan pakken die mannetjes me beet
duwen me een gang in
schoppen me een trap op

We passeren deuren van waarachter angstige kreten klinken
(tegen vrouw achter doek)

Spannend vind je niet?

Ik ben blij dat ik het zelf verzonnen heb,

Wat sta je daar nou te grienen?
’t gaat toch goed?

Maar, dat is jouw probleem

Daar kan ik toch niks aan doen?

Wat zegt de therapeut ervan?… nou!

Dat is wat ik al jaren roep.

Moetje daarvoor naar een ander?

Al jij nu nog met de oorlog zit

heeft Hitler ’em

toch een beetje gewonnen.

Stel nou dat ik die dagboeken
wel allemaal geschreven had.

Ik ben d’r vals genoeg voor.
Toe geen tranen alsjeblieft
(loop naar voren en declameer)

Liefste.

Als je huilt, pak ik je hand
en staar nadrukkelijk uit het raam
Verdriet zet zich wat vlugger vast dan vreugde
en troosten ja dat weet ik niet.

Ik kan je verdoven met een levenswijsheid
of shockeren met een grap
of lijmen met ik hou van je
laatje maar even gaan.

Maar troosten.

Hoe hebben mijn ouders dat gedaan?

Van Rossums Troost bleek slecht voor de gezondheid

en een bakkie troost pruttelt allang niet meer in

een pot op een pit

verdriet wordt snelgefilterd

Espresso!… Italiaanse troost

Waar je bloednerveus van wordt.

Troosten is hopeloos verouderd.

Er zijn er die met troost de kost verdienen
de broodtroosters!

Zij lessen dorst door hardop ‘water’ te roepen
in de woestijn.

(Een fout die hulpverleners wel vaker maken)

Zij putten uit een uitgedroogde bron
of praten voor dovemans oren.

Vergeven en vergeten blijkt vaak een hele troost.

(terug bij vrouw achter doek)

Dus liefste

Als je verstikt in je verdriet
geen uitkomst ziet,
bedenk dan ik weet het ook niet.
en laat datje troost dan zijn.(tegen kinderen)

Ja bemoeien jullie je er niet mee?

Dit is een zaak tussen je moeder en mij.

Natuurlijk hou ik van je, natüürlijk
Denk je dat ik hier met al die mensen erbij
het tegendeel zou beweren?

Wie, wie denk je datje voor je hebt?

Ben Cramer? Kom nu!

Natuurlijk ben je mijn

Nee, dat zeg ik niet

Ben je gek, met al die mensen erbij.

Ik durf alles te zeggen, maar dit heeft toch geen zin?
Dat zijn verworven intimiteiten die je niet…

(tegen kinderen)

Ja… bemoeien jullie je er alsjeblieft niet mee, ja!?
(tegen vrouw)

Goed oké, je.. .je bent mijn eh okselfrisse poepert
(tegen kinderen)

Lach niet jullie, lach niet!

Ja, dat weet ik ook niet

waarom ik hier leuk ben en thuis niet.

Bovendien ik ben thuis wèl leuk, ’es kijken

2 jaar geleden met Kerstmis

was ik nog onweerstaanbaar leuk.

Toen waren jullie bij oma, nou
ongetwijfeld een reden waarom ik zo leuk was.
Vorige week toen tante voor jou die das zat te breien
Toen ik zei: tante wil je een borreltje?

Zij zei: Nee, ik wil niet drinken,
want ik moet nog breien.Hoe vond je die?

Ja, dat was tante die leuk was, da’s waar.

En die buurvrouw die zei:
ik ga dit jaar voor
de 13e keer naar Lourdes,
het is maar goed dat
ik niet bijgelovig ben.

Dat pappa tegen de ober zei: ober kopje thee!

De ober loopt weg en pappa roept haar achterna:
Maak er maar een potje van!

Ik kon toch ook niet weten dat ze lesbisch was,
dat wist ik toch niet?

Waar moest ik dat aan zien?

Ik snap het ook niet waarom die mensen lachen

Nee, die vinden niet alles leuk.

Hoewel

(loop naar voren tot zaal)

Ik sta laatst voor mijn boekenkast
ik wil mijn telefoonboek tussen de boeken proppen
Het wil niet… telefoonboek te dik
of boekenkast te vol, dat kan natuurlijk ook
Ik begin te bladeren in mijn telefoonboek
Ik denk: die bladzij met Aaron die kan er wel uit
Die bladzij met Bouterse die kan er ook wel uit
Die drie bladzijden Cohen die kunnen er ook wel uit
Wat bleek

als al die vreemdelingen oprotten

pastte mijn telefoonboek weer in de boekenkast.

(gelach)

(terug bij kinderen)

Ik ben bang dat ze wèl alles leuk vinden
Er zitten rassisten en fascisten tussen.

(weer tot zaal)

Nee, nee, nee… wat ik had moeten doen is
naar die boekenkast lopen

De werken van W. F. Hermans en de werken van Gerard Reve
die moeten eruit, dan past mijn telefoonboek er ook in.
(applaus)

(tegen kinderen)

Er zitten zelfs boekverbranders in de zaal!

Mensen kijken te veel naar Sonja.

Willen zo graag in orde zijn…
in Ordnung muss sein

Dat is het nieuwe fascisme, als je het mij vraagt
(loop langs vrouw)

Wat doe jij nu? Je houdt een dagboek bij
Ik ga weer even aan het werk
als jullie het niet erg vinden

Ik kom in die gang
omringd door 98 van die mannetjes
Ze pakken me bij kop en kont
en gooien me in een kamertje.

(cellomuziek)

In de kamer naast mij begint iemand cello te spelen
of in de cel naast mij begint iemand kamero te spelen
Mijn handen gaan op de tast… aah
(voel twee handschoenen)

Aha twee handschoenen

Er moet hier onlangs iemand met 2 handen geweest zijn
(voel een stoel)

Aha een stoel

Kan ik tenminste zitten

Stel je voor je bent gevangen en je kunt niet zitten

kom je na 10 jaar vrij

moetje zeggen:

ik heb 10 jaar niet gezeten.

(voel een hoge hoed)

Aha een hoge hoed.

(stop hand in hoed)

Ah! Rotkonijn!

Waar ben ik hier verzeild geraakt?

Is dit het geboortekasteel van Fred Kaps?

(tast in het rond)

Wat… aah — twee foto’s aan een touwtje.
Hang maar stil foto’s
beweeg maar niet.

Een film zullen jullie toch nooit worden.

De ene foto toont ons water
met drie schepen en twee rotspartijen
De Straat van Messina drie dagen
voordat er een

onderwaterbeving plaatsvond

die meer dan

ioo.ooo mensen doodde.

Tactisch moment om een foto te maken.
Drie dagen van te voren
en dan wegwezen naar je donkere kamer
niet even denken

kom ik ga die drie dagen benutten
om die 100.000 mensen een tip te geven
Nee, dat kan je niet aan de krant verkopen.

De andere foto toont ons een litteken in de lucht.
De rokende fragmenten van een BOAC Boeing 707
die neerstort op de Mount Fuji,
gefotografeerd door een
Japanse schoolmeester,

124 passagiers en bemanningsleden
vonden de dood.

Ook tamelijk overmoedig van zo’n gezagvoerder

om over een fotograferende Japanner te vliegen.

Dat is de Goden verzoeken, als je het mij vraagt.

Denk niet dat als de atoombom valt,

dat mensen naar de

schuilkelder rennen

welnee men pakt zijn fototoestel

en probeert gauw nog een plaatje te maken,

zeker in Japan,

dat laten ze zich niet voor een 2de keer ontgaan.Ik heb weleens het gevoel

dat al die fototoestellen met elkaar

de ellende afdwingen.

Kijk in mijn eigen album.

Het zwembad 2 tellen
voordat mijn neef erin dook.

Niet even zeggen

dat ze het leeggepompt hebben.

De oceaan een kwartier

voordat mijn schoonzuster zeeziek werd.

Die is daarna nooit meer dezelfde geworden.
De oceaan.

Het album van de buren.

Buurman heeft u zin

om even naar de bevalling van ons

kind te komen kijken?

Nee ik heb een protestmeeting geloof ik
Maar daar zit je al in het bankstel
met het album op je schoot
en de buurvrouw

die je alleen kent van twinset en klokrok

ligt daar ineens

prettig gespreid voor je neus.

En drukt iets tussen haar benen uit,

waarvan je weet wat het is,

anders zou je zeggen:

buurvrouw hou dat in godsnaam bij je,

ik koop zelf wel even een blikje kattevoer.

En haar man er maar omheen rennen:

Toe schat trek nou niet zo’n verkrampt gezicht.
Dokter kan u misschien even aan de kant?

Het is onze bevalling

En die vrouw: ik moet persen.

Dan de man: ah… dan ben ik de persfotograaf!Foto’s in de krant:

Schoonmakers op een vliegveld,

drie uur voordat de paus er de grond zal kussen,

met in één krant het verkeerde onderschrift:

schoonmakers op een vliegveld

een half uur nadat de paus

er de grond gekust heeft.

Die foto’s hoef ik niet te zien.

Ik wil de paus weleens zien bij een spermabank
met zijn eerste storting.

Een noors fjord
kabbelend water
met vermoedelijk vier
onderzeeboten eronder.

‘Toe pa, ga jij ’es met je pijp in je bek
een stukkie

onderwater zwemmen,
maak ik een polaroid.’

Zo hou je de mensen wel bezig.

Een bioloog een dokter en een verpleegster
met een baby op hun arm,
waar zijn die vader en moeder
in godsnaam gebleven?

In de reageerbuis waarschijnlijk.
Reageerbuisbaby.

Dat is nog iets wat ik me voor kan stellen
Die tijd kom je wel door.

Maar de reageerbuiskleutertijd

En de reageerbuispubertijd

En dan als reageerbuisvolwassene temidden

van al die vijandige mensen

die allemaal via

de penis in de vagina tot stand gekomen zijn
Die je allemaal zo aankijken
alsof ze aan je neus zien
datje uit een pipet komtTerwijl je toch ook gewoon 9 maanden in de
baarmoeder hebt rondgehannest
Het reageerbuissyndroom
je kan er op wachten
en wie moet dat betalen?

In de kamer naast mij wordt iemand verhoord
of overhoord dat kan ik niet goed horen
Is het bloed dat er tegen de muur spat
of maak ik dat ervan?

De ondervraagde blijft maar beweren:
toch is het zo, toch is het zo
Wat is er in godsnaam zo?

Wat is mijn boodschap ook alweer?

Verdraaid,

ik heb mijn cassette

in mijn dashboardkastje laten zitten

Die is geheid gejat als ik terugkom

(Er zit een man in de Amsterdamse tram

hij geeuwt

weg gouden kies!

Er is je niet voor niks geleerd
je hand voor je mond te houden)

Wat is er in Godsnaam zo?

Ik wou dat ik hier iets durfde beweren
waarvan

ik vond dat het zo was,
zonder dat ik daar om wat voor
subtiele reden

door welke groepering dan ook
op kon

worden aangevallen:
ja maar

Iets dat ik simpelweg kon doorgeven
als een

een medium

dat een bericht van hoger orde verwoordt

(aan een touwtje zakt een pakje papiertjes)

(lees eerste papiertje voor)

Iedere decadente samenleving
bouwt zijn eigen
toren van babel,
de onze heet vrede
de spraakverwarring is evident.

Toch is het zo.

(tweede papiertje)

Veel mensen stellen met steeds meer nadruk hun anderszijn
om aan te tonen dat iedereen gelijk is.

Nog maar een keer doen?

Veel mensen stellen met steeds meer nadruk hun anderszijn
om aan te tonen dat iedereen gelijk is.

Geef maar even door dit papiertje.

(derde briefje)

Soms wil ik schijnen als de zon
verzengen, bloedend en vibrerend

koelsissend, dorstlessend

(tegen kinderen)

Wat zijn dat voor flauwe grappen
een beetje je vader in de maling nemen?

(vierde papiertje)

Ieder probleem datje oplost heb je zelf gesteld

Ik ben benieuwd hoe dat in het Duits klinkt.

(vijfde papiertje)

Vroeg ik als kind mijn pa verlegen
is er tussen de druppels ook regen?

Dan zei mijn oude heer gevat
wat maakt het uit, je wordt toch nat.

(zesde papiertje)

Het liefste was ik louter licht

niet meer gekweld door mijn gewicht

geen kracht meer die mijn richting kon bepalen

het liefst zou ik louter stralen

Want hoe luchtig ook de dichter dicht
zijn woorden zullen nimmer sluiten
ze zullen hooguit zijn een bliksemschicht
gevolgd door wat gedonder in de gr.. r.. ui..
in de ruiten
(tot vrouw)

Het moet glazen zijn hè? Nee..

er staat hier ruiten maar het moet glazen zijn.
Nou, anders rijmt het niet op sluiten.

Ik vind het wèl leuke gedichtjes.

Maar om er nou een heel programma mee te vullen,
dat weet ik niet

Misschien meer iets voor een boekje?

Nee, het is niet leuk

om collega’s belachelijk te maken

Dat is met een Maserati voorbij een T-Ford scheuren
en roepen: kun je niet harder?

Maar geen Maserati zonder T-Ford.

(loop ijsberend rond)

Wat zijn dat voor enge voetstappen die ik hoor?
Waarom klinken ze niet verder weg?

Waarom komen ze niet dichterbij?

Omdat het mijn eigen voetstappen zijn.

Er wordt aan de deur geklopt
hard geklopt, zacht geklopt
Waar heb ik dat eerder gehoord?

De deur gaat open en er staat een klein mannetje

met een 8-kaarsige kandelaar

en hij wenkt… hij wenkt

net zolang tot al die 8 kaarsen uit zijnHij loopt voor mij uit de gang in

en samen lopen wij door een eindeloze gang

en ik zeg tegen hem

Je moet het leven zien

zoals het is

ik bedoel

je leeft tenslotte om de dingen die je niet weet
je leeft niet om watje weet

om watje weet zou je gelijk je polsen doorsnijden
of een kogel door je kop jagen
Daarom begrijp ik de wetenschap ook niet
steeds maar nieuwe argumenten aandragen
om het leven nog ondraaglijker te maken
(snuif)

Ik ruik de lucht van geroosterd hert
ik kom in een kamer
en boven een smeulend openhaardvuur
met een pin dwars door het hert
dwars door het reetje

staat daar een klein mannetje aan het spit te draaien
dat later in de binnenstad een showarma-zaak is begonnen.

In één hoek zitten mannetjes leer te looien voor kinderschoentjes

in een andere zet iemand een grammofoonplaat op

James Last: 20 sfeermelodieën voor bij Gebraden Reerug

(dan weerklinkt Carmina Burana van Orff

Een deur zwaait open

als voorbode van een lange stoet

loopt een klein mannetje met één kaars

en hij wenkt, hij wenkt

achter hem Martin Luther King

En ik zeg:

Maarten… Maarten

Nog gedroomd de laatste tijd.

Hé Maarten nog gedroomd?

Ja ik droom maar daar heeft de mensheid niks aan…Jeanne cl’Are… Sjaantje sjaantje
Hoe is ’t met met de ark?

Hé Sjaantje heb je misschien een vuurtje voor me?
John Lennon, stel je voor…

John stel je voor, John Imagine.

Een klein meisje met een geel jurkje en zwart haar
Ik ken je niet, wie ben je?

En daar: Willem de Zwijger
Willempie, Willempie…

Hé eh zeg ‘es wat, hé Willem.

Ik weet best datje Jeroen Krabbé bent.

Meelij met wie, met mij en mijn arme volk
Gandhi! Gandhi Ghandhi-tje… Gandhi
Hoe vond je de film?

Jezus!…

Jezus!

Nu had ik werkelijk iedereen verwacht hier
Maar Jezus nee.

Jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb
Pilatus nee, die heb ik hier niet gezien
Er stond wel iemand zijn handen te wassen net,
maar die had waarschijnlijk met zijn fikken
in dat glas van mij op
de wastafel gezeten.

Pas op hoor, Jezus, er liggen allemaal spijkers op de grond.

Kijk uit waar je loopt

en daar volgen… tientallen mensen

met littekens in hun polsen

gaten in hun slaap

gaten in hun voorhoofd

striemen in hun nek.

En dan gedragen door 8 mannetjes
op een zilveren schaal
met een pluk gras in d’r bek
het pasgeboren reetje

Dat kijkt mij aan met een koppie van:
wedstrijdje doen?

Ik wil erachteraan

maar mijn voeten staan als aan de grond genageld.
Moetje maar geen grappen over spijkers maken
Waar ben ik hier in godsnaam verzeild geraakt?

Is dit de snelweg naar de hel?

The Highway to Heil of is dit the Stairway to Heaven?
Ik zit in mijn auto

Mijn wagentje is omringd door herten
Ik stap uit en kijk achter de bomen
of ik Walt Disney ook ergens zie staan
Naast mijn auto likken twee herten
een pasgeboren jong schoon
dat door mijn rechtervoorwiel
uit de buik

van de moeder geperst is.

Daar zie ik vage contouren

dat lijkt wel dat krankzinnige kasteel

waar ik ooit ’es geweest ben

Naast de deur hangt een koperen plaatje

met stofbedekt

Ik veeg het schoon

School

voor

Martelaren

Voorbereidend Hoger Onderwijs

Nu begrijp ik opeens als die mensen met die littekens

dat moeten de eindexamenkandidaten geweest zijn

Als ik terugkeer bij de auto

sleurt iemand het kadaver

van het hert in een bakfiets

waar op staat:

Voor Kat en Hond

Ik pak de cassette uit mijn dashboardkastje
en stop hem in de recorder:

Sinds wij het paradijs verloren
dood men de tijd zonder geduld
bouwt naar de hemel aan een toren
verward door taal, verlamd door schuld.
Eens zal het licht hier schijnen,
van oost tot west van zuid tot noord.

De grenzen van de taal verdwijnen
eens verstomt het woord.

Men probeert ons te behoeden
wie onderaan staat valt niet diep
Doet ons geloven in het vaag vermoeden
dat iemand ooit op het water liep.

Eens zal het licht hier schijnen,
van west tot oost van noord tot zuid.
Dan zullen schaduwen verdwijnen,
eens kom ik hieruit.

Er zijn er die vooruitgang preken
niet tot toegeven bereid.

Er zijn er die om stilstand smeken,
op zoek naar vrede in hun tijd.

Eens zal het licht hier schijnen,
van oost tot west van zuid tot noord.
Dan smelten tralies, breken lijnen
zolang ga ik voort.(tegen vrouw)

Zolang gaan wij voort
(krijg pakje)

Hè… is dat voor mij?

Vandaag? Oh, dat wist ik helemaal niet
Zal ik het hier uitpakken?

Wat leuk van je datje d’r aan gedacht hebt.

(in pakje zit kinderschoentje)

Geinig zeg

erg leuk

om zo naast de

vuilnisbak te zetten

Dat heb ik nou altijd willen hebben

(tegen kinderen)

Hebben jullie ook wat?

(krijg identiek pakje)

Ik ben benieuwd hè? Erg benieuwd.

(pak kinder schoentje uit)

Dat is sneu zeg, daar heb ik er net één van gekregen
Kan ik ze misschien allebei ruilen?

Oh nu zie ik het, het is een paar
erg geinig.

twee pakjes, één besteding
Nou ik zie ze al staan
met de vuilnisbak ertussen in

Van wie? deze schoentjes?

Het is niet waar,

(tegen zaal schoentjes ophoudend)

Het zijn de kinderschoentjes van Charlie Chaplin
(de schoentjes spreidend)

Oh ja, nou zie ik het.

Was er niet nog een bolhoedje en een wandelstokje ook bij?
Oh, dat krijg ik nog van mijn moeder, leuk!

(tegen gezin)

Kom, het is afgelopen.

Een beetje vroeg

omdat ik het eerste kwartier

heb overgeslagen.

Nee dat hoef ik die mensen niet te zeggen,
die ga ik niet uitleggen dat het afgelopen is.

Da’s een fout die teveel hulpverleners maken.

(loop af en verschijn daarna tegen het gaasdoek van de horizon)(tegen gezin)

Kijk daar zitten ze
Mooi hè, vind je niet?

Nee, je mag ze niet voeren
Dat mag alleen ik alleen

Zolang het donker blijft blijven ze gewoon zitten.
Tot pappa zegt dat het licht aan mag
Dat kan soms wel eens even duren
Maar de mensen vinden het enig

Ja, da’s heel wat anders dan opvoeden.
Mooi he?

Ja, jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb.

DOEK

DEEL II

(Toneelbeeld als in Deel I. Het voor de zaal rechterdoek
wordt iets opgetrokken en de schoenen en benen van de
figuur van voor de pauze worden zichtbaar. Dan wordt
het linker doek opgetrokken en daar sta ik, als clown
verkleed. Met twee koffers. De ene bevat een accordeon,
de andere attributen en kledingstukken. Beide doeken
worden opgetrokken en het toneel is leeg, op drie
omgevallen stoelen na. Loop op de stoelen toe)

Laat de ware stoel opstaan
(de middelste stoel gaat staan)

(loop naar voren en open de koffer met de accordeon)

Aah.. .aaha… ooh
Aaaah… aaah wat jammer.

Aaah wat jammer

Aah wat jammer dat ik daar niet op spelen kan
Aah wat jammer

Een accordeon, daar zit nou alles in
en ik kan er niks uithalen.

’t Lijkt mijn eigen leven wel.

Mijn grootvader die kon accordeon spelen
Mijn grootvader was de laatste kapitein
op een strontschuit.

Die kon acco… en verhalen vertellen
Het ging alleen maar over poep, alleen maar
Was helemaal vergroeid met zijn vak,

Hij lag een keer met zijn strontschuit in de sluis
en naast hem, pal er naast
lag een plezierjacht

met aan dek een vrouw die naakt lag te zonnen

Het water stond hoog

en zou weldra naar een lager peil zakken

Men had het plezierjacht stevig aan de kade vastgemaakt

Mijn grootvader zag dat

maar is nooit een geweldige prater geweest.

De sluis wordt opengedraaid

en die dame roetsjt… plons in de stront

Kwam koppie boven en riep mijn juwelen, mijn juwelen!

Mijn grootvader zei: had je die dan niet om?

Nee, zei ze, ik wou helemaal bruin worden
Nou, zei mijn opa, dat is je dan wel gelukt!

Mijn zuster heeft het nooit goed kunnen leren
het accordeonspelen.

Kreeg altijd een briefje mee van de leraar
uw dochter zal het wel nooit leren.

In een tijd datje dat nog over vrouwen kon zeggen.

Dan pakte mijn vader de accordeon

moest zij met haar bibs op een stoel gaan zitten,

met haar enkels op een andere stoel

en dan sloeg hij die accordeon op haar knieën

Roepend: je zal ’em eronder krijgen,

je zal ’em eronder krijgen

(haal i toon uit de accordeon)

Herkent u deze melodie?

Dat is het begin van een wereldberoemd liedje
lalalalalalalalalalalala (Thema uit Love Story)
lalalalalalalalalalalala (Lara’s thema uit Dr. Zjiwago)

Meezingen mag
lalalalalalala (Thema Popcorn)

Mijn vader die was muzikaal

Mijn vader was tamboermaïtre van het muziekkorps
(maak ritmische handbeweging vanuit het kruis)

Hele dagen liep ’ie zo.

Was helemaal vergroeid met zijn vak

Het is nog een wonder dat wij er gekomen zijn

Daar zullen wel een paar reageerbuizen aan te pas zijn gekomen

Achter mijn vader kwamen 8 majorettes

Met breinaalden met garenklosjes aan het eind

daarachter kwam een zootje maffe trommelaars

met varkensblazen in plaats van gewone vellen

Dat was: knorknor in plaats van rombom

En daar achter kwam een man met een bochel
Die was de grote trom,
dus dat was:

bochel, bochel in plaats van tsjieng boem
Had ’ie een keer een puistje op z’n bochel
was het: bochel, puistje, bochel, puistje
bochel, spetter, bochel, etter.

En daar achter kwamen een zootje blazers
niet met toeters maar met van die jasjes aan.

Kwam een keer bij ons thuis de Wehkampgids

Het enige magazine dat wij lazen

Stond in datje echte tamboermaïtre-stokken met

verchroomde knop en verchroomde punt kon krijgen

En datje die in de lucht kon gooien

Stond niet bij datje dat eerst moest oefenen

De eerste keer gooit mijn vader dat ding de lucht in

twee majorettes dood

De overgebleven 6 rukken de klosjes van hun breinaald
en beginnen zo op hem in te prikken
Was hij de klos.

Komt ’ie ’s avonds thuis,
pakt de accordeon

Mijn zuster moet haar handen op de tafel leggen

en hij begint er zö op te meppen

Ik sta er bij te kijken

Zegt mijn vader tegen mij:

heb jij soms ook zin

om op accordeonles te gaan?

Nee… nee… ik ga wel op voetballen.

Verloren we de eerste wedstrijd met 8-2
Kom ik thuis

Moet ik met mijn bibs op één stoel gaan zitten

met mijn enkels op een andere stoel

Pakt mijn vader de accordeon

klimt op de aanrecht,

klimt op het keukenkastje

en springt zo op allebei mijn scheenbenen… krak… krak

Lalalalalalala (Thema Popcorn)

Was ik toch liever op accordeonles gegaan
En mijn vader oefenen, oefenen.

Had ’ie dat ding een keer opgegooid
kon ’ie ’em nergens terugvinden
Lag ’ie op het landvast van een rijnaak
boven het water balancerend
Hoe is het mogelijk!

Mijn vader dacht:

Jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb.

Ging ie naar huis, kwam ie terug en een mensen
Mijn vader zegt: wat is hier aan de hand?

Nou we zijn naar jou aan het dreggen
Naar mij aan het dreggen?

Ik sta hier toch?

Nee, jij bent net daar verdronken
… Ik sta hier dat zie je toch?

Man je bent gek

je bent net daar verdronken

Nee ik ben niét gek en ik ben ook niét verdronken

Je bent wél gek

Zo’n discussie die hulpverleners wel vaker voeren

Had mijn vader die stok een keer bij een braderie zó hoog opgegooid

dat ’ie nooit meer terugkwam

dacht mijn vader

maar die stok stond al enige tijd rechtop in zijn hoofd
Had daar kennelijk een zenuw geraakt
die geen signalen meer doorgaf
naar het centraal zenuwstelsel.

‘Hallo hier centrale, waarom hoor ik niks?’

‘Nou omdat er een tamboermaïtrestok
rechtop in je knar staat, kaffer.’

En mijn vader liep maar door
liep maar door

de brug stond open maar hij liep gewoon over het water

kennelijk een zenuw geraakt

die dat niet meer onmogelijk maakte

Maar de rest van het korps zakte er allemaal doe
Mocht mijn vader geen tamboermaïtre meer zijn
Moest ’ie de vlag dragen.

En die vlaggestok pastte precies in het gat
wat die tamboermaïtrestok had geboord
En bij wind tegen liep ’ie een beetje zo
(hel achterover)
wind mee zo
(hel voorover)

en bij zijwinden begon ’ie een beetje te zwalken.
Kwam die invitatie van de koningin voor het def

Mijn vader oefenen oefenen

Hele dagen was ’ie van huis
Mij zuster leefde helemaal op
lalalalalalala (Popcorn)

Als de vlaggestok uit z’n kop schoot
moest mijn moeder ’em ’s morgens
weer iets dieper
in z’n hoofd duwen.

Tot ze ’em niet dieper kreeg
Toen zijn er 4 amerikaanse soldaten gekomen
en die hebben de vlag nog iets dieper in z’n hoof<
Die foto heb je misschien wel ’es in de krant zien
Eindelijk was het zover.

Mijn vader loopt voorop
windje tegen

Maar in de luwte van het paleis
gaat de wind liggen
De vlag slaat voor z’n ogen
Mijn vader begint te zwalken,

Loopt een keer tegen Dick Passchier op

Komt op het bordes

struikelt…

De vlag schiet

het paleis binnen

gulp bloed over de roje loperZegt de koningin tegen de prins:

Nog weer ’es wat anders dan dat vrouwtje
met dat vlaggetje, dat hoedje en dat toetertje
En van die opmerking is de prins
toen zó depressief geworden!

Komt mijn vader ’s avonds thuis

Pakt de accordeon

Begint op mijn zuster in te slaan

Komt mijn broer binnen

die 20 jaar ouder is,

uit een vorig huwelijk

Die zegt: ik zie dat toch liever Harrie Mooten doen
Mijn vader laat de accordeon vallen
op mijn broers tenen
Die bukt

Mijn vader pakt het broodmes
En tjap… tussen zijn schouderbladen
Maar soms…

Soms kon het ook wel weer zo
verschrikkelijk gezéllig zijn thuis.

Dan zaten we bij de open haard

mijn zuster met ’er io gebroken vingertjes

Ik met mijn 2 versplinterde scheenbeentjes

Mijn broer met het bestek in zijn ribbenkast

en dan ging mijn moeder verhalen vertellen

Over de roman die ze net gelezen had

Over een verpleegster

die verliefd werd

op de chirurg Dr. Snijgeil

maar hij beantwoordde haar liefde niet

Om hem jaloers te maken ging zij toen

een verhouding aan met een hart

dat op transplantatie

stond te wachten

in een weckfles op de vensterbank

Bloep. Bloep

Zo heette die roman ook.

Bloep. Bloep
Uitgegeven bij Loebloeb.

Gingen die 2 trouwen

Denk je dat kan helemaal niet

Maar ja hoor, in het noorden des lands

vonden ze een of andere

maffe pastoor bereid.

Gingen ze op huwelijksreis naar Heidelberg

Wordt ze ’s morgens wakker

Weg hart

Zet de radio aan

Hoort: I left my heart in San Francisco
Dus zij naar San Francisco
Komt op dat vliegveld aan
Hoort:

bloep… bloep… bloep
Gooit een hangar open,

Hoort:… bloep

bloep.. .bloep

Ziet een deur

Loopt naar binnen

Komt in een kamer

Hoort bloep… bloep… bloep

Ziet een wat kleiner deurtje

komt in een iets kleiner kamertje

Hoort: bloep… bloep

Ziet een nog kleiner deurtje

Komt in een nog kleiner kamertje

Nog kleiner kamertje… bloep… bloep… bloep.

Kleiner… kleiner… kleiner

en zij maar denken:

Waar is nou toch dat hart?

Stond ze in de linkerkamer!

Mijn moeder gaf één keer in de maand een Tupperw,

Daar kwamen de vrouwen waarvan je het gevoel hac

Als er iéts luchtdicht afgesloten in de ijskast moet…

De goeie feministes natuurlijk uitgezonderd

Eén had het maar over haar dochter

de naaldkunstenaresse

Die bleek aan de spuit te wezen.

Maar soms kon mijn moeder

Ook weer zo geëmancipeerd uit de hoek komen.

Ik stond een keer met mijn halfbroer
door het sleutelgat van de badkamer
naar het meisje van dag en nacht te kijken.

Eerst ik en mijn broer op de uitkijk
en toen mijn broer en ik op de uitkijk
Daar had je moeder! Ojé!

Mijn moeder deed ahum ahum
Ik zei: neem een hoesttablet moeder
Moeder zei: wat doen jullie daar?

We kijken of ze onze shampoo zal pakken

Komen jullie zo allebei

maar even naar mijn slaapkamer

Ojé!

En mijn broer stapte zelfverzekerd binnen
En ik Ojé!

De slaapkamer. Ojé! Het bed. Ojé!

Het hertje van Van Meegeren
De linnenkast met de liefdesbrieven
onder de handdoeken links

Daar zat mijn moeder op het krukje voor de kaptafe
in een blauwe doorschijnende tule voile
Ze zei: zo heren

dus jullie wouden graag naakte wijven zien?

En ik: Ja, maar geen blote moeders
Mijn moeder gaat staan
En Hopla! opent haar voile
Ik dacht:

Ojé!

Mijn broer nam zelfbewust een kijkje
Ojé!

Hij tilde moeders hangborst
voorzichtig aan de tepel op
Ojé!

Pakte de tweede tepel en

wierp moeders borsten luchtig over haar schouders
Waarop mijn moeder met een sierlijk hakgebaar
de borsten weer in de oude positie terugbracht
Hopla!

Ojé!

Mijn moeder draait zich om

voor de achterkant van haar gelijk

Mijn broer knielde

Zette zijn handen aan de mond

En bazuinde: Echo

Ojé!

Mijn moeder ging weer zitten

Hopla! Spreidde de benen

En mijn broer hatsjikidee ertussen. En ik Ojé!

Toen riep mijn moeder: hier jij! Ertussen! Ojé!
Daar zaten wij met onze koppen
tussen die 2 kolossale dijen
En mijn moeder riep:

Poppetje gezien?… Kastje dicht… Hopla!

Ojé!…

En nu naar je vader!

Komen we in de kamer
Staat mijn vader daar
Met die blote accordeon
En zegt: zo heren

Wat hebben jullie gezien? Mijn broer zegt:

De echoput van je tweede vrouw

Dus die kon gelijk op kamers gaan wonen

En jij jongen? Ik?…

Ojé!

Ik heb de vagina van uw eega geobserveerd

Toen omhelsde mijn vader mij

Zo temperamentvol… zo Italiaans

Ik voelde me net ongekookte spaghetti

die in de verpakking aan flarden wordt geknepen.

Die omhelzing heeft voor een groot deel
De rest van mijn sexuele leven bepaald.

Tien jaar heeft het geduurd
voor ik na afloop van een feest
een meisje naar huis durfde brengen
Dat wil zeggen
ik fietste zo hard als ik kon
achter haar aan.

Zij had wind mee
en ik had wind tegen
Het is dertig jaar geleden
de nacht van 31 januari
op 1 februari 1953.

En het woei, het woei
Ze was zo bang alleen thuis
en zei: mijn ouders zijn er niet
Wil je bij mij blijven slapen?

Ik wou dat ik mijn broer was geweest
Want dan had ik gezegd: geen punt.

Maar nu dacht ik: Ojé!

Daar stond ik al in de slaapkamer van haar ouders
zij lag aan die kant van het bed
Dus dacht ik:

dan ga ik helemaal aan die kant,

Maar het woei zo verschrikkelijk hard
Dat we tegen
elkaar aan waaiden

Toen begon zij handtastelijk te worden
Ik zei: nee dat wil ik niet

Daar komen ongelukken van kinderen

Zij zei: We laten God’s water over God’s akkers lopen
Zette ik de volgende morgen de radio aan:

I

Bleek héél Zeeland onder water te staan
Over potentie gesproken!

Bleek ze zwanger te zijn

Dat zei ik tegen mijn vader met mijn domme kop
Die zei: Leg het corpus delicti maar even op deze stoel
Ojé!

Hij pakte de accordeon

en baf… die klap heeft de rest van mijn sexuele leven bepaald

Mijn broer begon nu toch flink bloed te verliezen

Niet alleen het broodmes in zijn ribbenkast

Ook de wildschaar, de barbecuepennen en de vleesvork.

Hij was duidelijk stervende
Ik zei: geef mij je horloge.

Had ’ie een keer gekregen
toen ’ie iemand uit
de gracht had gehaald.

Hij zei: hier, het horloge is voor jou

Die man die

ik eruit heb gehaald

had ik er eerst zelf ingeduwd.

Een fout die hulpverleners wel vaker maken.

(ga naar andere koffer en verwissel kaal pruikje voor een
matrozenpet, hang een matrozenkraag om en steek een sigaret op.
rook als stout jongetje)

Mamma, waarom mocht ik niet bij opa’s crematie zijn?

Oma’s begrafenis dat was toch iets heel anders?

Jij had me die banaan zelf gegeven

Ik heb geen prullebakken gezien,

Niemand had mij gezegd dat dat geen zandbak was.

Je had me er toch eerst uit kunnen halen
en dan de kist laten zakken?

Dat vond ik helemaal niet leuk

om onder Oma te liggen

Oma altijd met haar: eet je pruimen op,

eet je pruimen op

Opa was veel liever

Die kon een scheten laten

Met effekt!

Hij stuurde ze altijd eerst een keer

door de rekreatiezaal van het bejaardenhuis

En een lucht jonge… een lucht…

Daar kon geen zonsondergang tegen op
En een verhalen…

Alleen maar over poep.

Er was een keer een man

die had zijn bretels in de wc laten hangen

Op het kruis van zijn bretels

had ’ie zo’n bruine rakker gelegd

Hij is klaar

doet zijn broek aan

En hop zijn bretels over zijn schouders

Kijkt nog een keer achterom. Ojé!

Hoe is dat nou mogelijk?

Komt in de kamer
Zegt tegen zijn vrouw:

Ik geloof dat de wc stuk is
ploft neer in zijn zitkuil…

Flatsjch!…

Het druipt van het plafond weer naar beneden
Ja, zegt zijn vrouw
Ik geloof ook dat de wc stuk is
Accordeon spelen kon Opa ook.

De schetenwals achtermekaar door
en als het niet lukte
klom ik op een stoel
en sprong zo…

op zijn buik

Dan knalden ze er weer uit.

Dat kon ik toch niet weten

dat opa darmkanker had

Dan had ik mijn schoenen uitgetrokken

?

Hè? 2 flessen jenever… en dat mocht niet?

Ojé dat wist ik niet
Mocht hij geen alcohol?

Zit er dan jenever in alcohol?

Anders had ik wel sherry of cognac genomen
?

Hè? Met een trechter
Nou opa lag plat achterover
als je dan uit een glaasje drinkt
dan krijg je knoeiwerk
Dat weetje zelf best mam

Dus ik heb die oude petroleumtrechter in zijn mond gezet
en de fles in één keer leeg geschonken.

Kijkglas moet vol zijn
?

Opa. Die wou spelletjes doen

Wie het langste zijn adem in kon houden

Ik won steeds.

Dan zei opa, ik heb zo’n pijn
Ik dacht

ik geef hem mijn kauwgom

?

Ik kreeg zijn pruim…

Opa’s pruim is niet vies
Oma’s pruimen die waren vies.

Dan zei ’ie tegen mij

je moet mijn neus dichtknijpen

en je hand op mijn mond leggen. Ik zei:

Ja, zo kan ik het ook, opa

Hij zei: ik heb zo’n pijn

Toen zei ik: ik word later een clowntje

Hij zei: Dat kan niet, een clown met een bril,

dat zie ik niet zitten.

Ik zei:

moetje zelf een bril opzetten.

Vond ’ie niet leuk

Toch ben ik een clowntje geworden

Opeens zei hij tegen mij: nu moetje heel lang knijpen

en heel hard drukken.

Dus ik knijp z’n neus dicht

druk mijn hand op z’n mond en na een tijdje

kon ’ie het met losse handen.

Was ’ie zeker over zijn dooie punt heen.

Ben ik bij ’em gaan zitten
en heb z’n hand gepakt
Ben gaan nadenken
over dat ene verhaal
dat ’ie vertelde
Het enige verhaal waar
geen poep in voorkwam.

Over die jonge accordeonist
in de oorlog

die in spertijd door de stad fietste
en wordt aangehouden
door 2 duitse soldaten
die roepen:

Halt! Mitkommen!

Halt! Meekomen!

Die jongen komt in de kazerne
wordt in de kantine
op een stoel gezet
en die soldaten roepen:

Mach mal Schone Musik (speel eens iets van James Last)
En die jongen die begint te spelen
Wilhelmus van Nassauwe
Ojé!

Om de een of andere reden

komt dat niet zo bij die Duitsers over.

Zeker omdat ze de tekst niet kennen.

Ze worden boos.

i soldaat loopt weg en komt terug met een klein meisje
In een geel jurkje met zwart haar en zo’n badge op
Die soldaat roept: lasst Ihr tanzen!

Laat haar dansen!

De vingers van die jongen verstijven
Lasst Ihr tanken und Sie ist frei!

Laat haar dansen en ze is vrij!

Dan kijkt dat meisje naar die jongen en ze lacht.

Door zoveel moed begint het bloed door zijn vingers te jagen

Hij wil een musettewals inzetten

Maar de deur zwaait open

en daar staat een officier en die roept: Scheisse!

Ojé!

Het meisje moet terug naar de gevangenis

en die jongen

wordt naar huis gestuurd.

Hij komt thuis
pakt de accordeon

en slaat hem aan flarden tegen het achterhuis
daarna heeft hij er nooit meer op gespeeld.

Kende jij dit verhaal, mam?

Hè? Wie? Oh, dat wist ik niet
En weet mijn zusje dat?

Ik denk dat als je die dingen weet
dat dan de pijn
minder is.

Dragelijker
?

Ik had opa zijn hand vast
die werd alsmaar kouder.Dus ik dacht

ik gooi er nog een liter jenever in
Maar hij had geen zin meer.

Hij liet het gewoon
langs zijn mond weglopen
Ik dacht:

misschien wil opa wel een sigaartje.

Ik stak een bolknak in zijn mond
en heb er een lucifer bijgehouden
Ojé!…

Maar waarom mocht ik nou niet op opa zijn crematie zijn?

Ben ik daar geweest?

Als enige?

Je wou toch niet zeggen

dat opa nog in dat brandende huis zat hè? Ojé!

Je wou toch niet zeggen dat ik opa vermoord heb?

Dat wou… ik heb opa niet vermoord…

Dat heeft de burgemeester van het dorp gedaan
die vond dat er riolering moest komen
want vooruitgang hou je niet tegen,
of het nou om stront
of om raketten gaat.

Ik heb opa niet vermoord

Dat heeft de voorzitter van de vakbond gedaan

die wist wel een betere penningmeester

alsof het om geld gaat bij de vakbond

Ik heb opa niet vermoord.

Dat hebben zijn kinderen gedaan
Die vonden dat hij lang genoeg
in zijn eigen huis had gewoond.

(haal uit accordeonkoffer een lijkkleed en leg dit over de geopende koffer
waarin accordeon. Schik aan elke kant een stoel en spreek de dode toe)
Opa, je wou zelf graag dat spelletje doen
je hebt gewonnen.

Maar als een gesneuvelde soldaat heb je
het zoet der overwinning niet mogen smaken

(accordeon begint te spelen, zing mee)

We zaten samen bij de open haard

Moeder huilde, vader hield zich groot

Er werd weemoedig naar het vuur gestaard

Niemand durfde zeggen: opa is dood

Nee, ze zeiden watje zeggen moet

Hij wou met jou die bal nog kopen

Gisteren ging het weer zo goed

en nou is het afgelopen

Laat het nooit afgelopen zijn

Nee het mag niet aflopen

Al doetje lichaam nog zo’n pijn

Ik wil met jou die bal nog kopen

Laat het nooit afgelopen zijn

We liepen hand in hand door het plantsoen
Ik zag ons al als bruidegom en bruid
Mijn lippen tuitten al bij voorbaat van haar zoen
Ze durfde niet te zeggen: het is uit
We liepen samen door tot aan het hek
Ik hield voor haar het poortje open.

Ze zei: het klinkt misschien een beetje gek,

maar tussen ons is het afgelopen

Laat het nooit afgelopen zijn

Nee het mag niet aflopen

Al is de liefde nog zo klein

Laat me nog een beetje hopen

Laat het nooit afgelopen zijn

Kinderen zijn hinderen zei vader trots
Zelf heb ik een jongen en een meid
Net ben je bevrijd van poep en kots
Trakteren ze je op hun puberteit.

Je portemonnee ligt omgekeerd
Zeker samen lego kopen
Je vulpen leeg, je video gedemonteerd
Is dit nu eindelijk afgelopen?

Oh laat het nooit afgelopen zijn
Nee, het mag niet aflopen
Ik hou ze nog zo graag een beetje klein
maar oh die disco staat zo open
Laat het nooit afgelopen zijn

(ondertussen heb ik me verkleed als cowboy en zing)

Rolling rolling rolling

Het was die dag weer vroeg dag op de ranch
De ranch die wij de ranch noemden
omdat wij de pest hadden aan
Inrichting voor Mentaal Onaangepasten
op Humanistische grondslag.

En waar dat Humanistisch op sloeg

daar moetje me maar ’es 5 minuten bedenktijd voor geven
We hadden net de jaarlijkse gevechten
om de subsidies achter de rug.

Het werd steeds moeilijker

om je kwantum mentaal onaangepasten

bij elkaar te scharrelen.

Alle tehuizen loerden op dezelfde mensen
om voor een beetje poen in aanmerking te komen.

Ditmaal betrof het gevecht een oud vrouwtje
Het vond plaats in een plantsoen
tegen de boys van Huize Kalkzicht

Huize Kalkzicht heeft zijn leidsman in de Here Jezus gevonden
dus wij hadden een lichte voorsprong.

Want die vogel was in geen velden of wegen te bekennen.

Zeker een schnabbel bij de EO.

Kogels vlogen ons om de oren

en ik zie nog hoe

Handige Harry

onze bezigheidstherapeut

ook voor klussen in het weekend

zich zo in de baan

van het schot werpt

en zijn leven offert voor de goeie zaak

Harry was een fantastische collega

die met een plukje pitriet

een paar afgebrande lucifers

een leeg lucifersdoosje

een paar garenklosjes en wat papiersnippers

een joint kon draaien

waar je helemaal te gek van ging

waar je zo stoned van raakte

dat het verschil tussen

patiënten en verplegers geheel vervaagde

Een fout die hulpverleners wel vaker maken

Ik had die morgen een geweldige spijker in mijn kop

omdat ik de avond daarvoor doorgezakt was

met Spagaat Leni van de bejaardengymnastiek

tevens voor al uw erotische wensen in het weekend

Guitar Johnny van de stervensbegeleiding

ook voor al uw bruiloften en partijen

en met Killing Joe van de afdeling Euthanasie

We zaten zo ’es een beetje te praten

en we vroegen ons gedrieën af

of avontuur nog wel bestond

Om het lot ’es flink te tarten

besloot ik die dag met mijn kudde

een bezoekje te gaan brengen

aan de Huishoudbeurs in Amsterdam.

En om het lot eens extra te tarten

besloot ik

gebruik te maken

van het openbaar vervoer

En ik zie ons nog op de trein stappen

met 3 rolstoelen 8 krukken,

4 dranghekjes en i strippenkaart
Want wie er tegenwoordig de trein betaalt
dat mag Joost weten.

(pak paardekop uit koffer en hang die om)

Ik zie ons nog het Centraal Station uitkomen

We rennen naar lijn 4,

ik prop ze er alle 12 in

Ik wil er zelf bij stappen

maar de deurtjes klappen

voor mijn neus dicht

en zij rijden zo voor

mijn snuffert weg

Ik erachter aan:

(muziek Rawhide)

Ik weet nog

dat ik ze 2 haltes verderop
heb ingehaald

1 halte verder moeten we over stappen
Ik denk:

dat gaat me niet weer gebeuren
Ik stap als eerste die tram in
die deurtjes

klappen achter me dicht
en zij blijven met zijn I2ven
op de halte achter
en zij achter mij aan.

Komen we aan bij de RAI
Nou daar kon ik ze rustig hun
gang laten gaan
daar vielen ze niet op

tussen de vingerloze dunschillerdemonstranten
tussen de kruimeldieven
de patjepejers

de huisvrouwen met het schuim op de mond

van de zoveelste Dreft demonstratie

Dat was niet 1 theelepeltje

Nee héle flessen werden er aan de mond gezet.

Ik scharrel een beetje in die RAIIk kom terecht in de Westhal

blijkt daar Jumping Amsterdam gaande te zijn.

Ik val gelijk met mijn neus in de barrage.

Komen we bij de sloot
Mijn paard weigert i keer,

Hij weigert 2 keer

Ik denk: ik zal hem laten zien

wie hier de baas is.

Een fout die hulpverleners wel vaker maken
Ik spring en ik kom met de voorkant aan de overkant
en de achterkant blijft voor de sloot staan
Van opzij opgezien

Sluitingstijd in de RAI

Ik tel mijn kudde en ik kom niet verder dan 11
We zien nog juist door een raam
hoe één van de mijnen

door een Heilsoldate een kroeg binnen gelokt wordt.
Vuile veedieven!

Ik besluip dat café

Ik gooi de deur open

En geef een strijdkreet

Zij raakt in verwarring

Ik pak de mijne beet en knijp ertussen uit

Toen had ik ze alle 12 weer bij elkaar

maar niet voor lang

want we staan bij een kruispunt

Ik kijk naar links

Ik kijk naar rechts

Ik kijk nog een keer naar links

maar zij waren intussen al overgestoken

Met voor één van hen fatale gevolgen

Daar lag hij onder het voorwiel

van een vuilniswagen

Ik zag gelijk

in zijn ogen

Die wil niet verder.

Ja, beste mensen
dan komt voor een hulpverlener
dat moeilijke moment
waarop hij iemand uit zijn
lijden moet gaan verlossen.

En daarbij worden fouten gemaakt.

Ik zie nog die kleine twinkeling in zijn ogen
die vragende blik van
toe.. .vertel me dat verhaal nog i keer
Ik stop mijn pistool terug in mijn holster
en pak mijn spel kaarten.

(muziek)

Ik zeg: Beste kerel, zoals jij daar nu ligt

heb jij het niet bepaald gemakkelijk

Maar ik heb het ook niet altijd even gemakkelijk gehad

Zo heb ik bijvoorbeeld anderhalf jaar

bij de padvinderij gezeten.

Ik jas een keer klaver met de hopman

zegt hij tegen mij:

als ik de hartentien zie

dan denk ik stomme kaffer

hoe kan je nu ooit

met ruitenacht uitkomen

Als ik de schoppenboer zie

dan denk ik stomme boer

geef me dan een schop onder de tafel

Als ik de klavervrouw zie

dan weet ik dat mijn paard

(paardekop duikt in denkbeeldige haverzak

ter hoogte van mijn kruis)

trek begint te krijgen

Ja, hij weet precies waar de

suikerklontjes zitten hoor

Heerlijk vindt ’ie het

En ik vind het zelf ook niet onplezierig

Ik begin er behoorlijk verslaafd aan te raken

Je kan rustig zeggen dat ik aan de horse ben

Ik pak mijn pistool en schiet
Pang!

Pang!!

Schiet ik het linkervoorwiel van die vuilniswagen lek

Op naar het Centraal Station

We stormen het perron op en ik zie nog

hoe de laatste trein daar

voor mijn snuffert wegrijdt.

En daar sta ik

helemaal alleen midden in de nacht
op een godverlaten station.

Helemaal alleen met 11 man en een paardekop.

Ik besloot om met mijn kudde
over de rails

terug naar huis te keren.

Netjes wachten

bij rode stopsignalen,

goed uitkijkend bij onbewaakte

spoorwegovergangen

gleed biels na biels onder onze voeten door.

Een van de mijnen zei:
dit is de langste trap die ik
ooit beklommen heb.

En ik zei: wees maar blij dat de lift niet komt
Uren liepen wij voort
slechts bezeten door i enkele
gedachte:

Laatste trein, laatste trein
ooh als je toch eens wist
Laatste trein, laatste trein
hoe ik jou heb gemist

Ik heb om jou te halen
me uit de naad gerend
ik stopte het liefste voor de eerste
op een onbewaakt moment.

Daar verscheen de zon, boven de horizon

en uit pure vreugde schoot ik mijn pistool leeg in de lucht

Uren sjokten we voort

we hadden allang thuis kunnen zijn

als er niet een paar wissels

verkeerd hadden gestaan.

Tenslotte doemde de ranch voor ons op

Daar stonden Spagaat Leni, Guitar Johnny en Killing Joe

en ze vroegen mij: En?

En ik kon niet anders dan toegeven
dat avontuur nog bestond

(muziek Marlboro-tune)

DOEKEPILOOG

een spin zit in zijn web
en denkt aan vloed en eb
hij denkt als ik de eb zie
krijg ik dorst en trek in Pepsi
maar als ik dan de vloed zie
dan is de dorst plots foetsie
een spin zit in zijn web

en hij hoort een merkwaardig gezoem.. .zzzz

en de spin denkt aha

het gezoem wordt iets luider.. .zzzz

en de spin denkt iets luider aha

het gezoem wordt oorverdovend… ZZZZZZ

en de spin denkt: dit wordt de grootste vlieg

die ik ooit in mijn web gevangen heb

hij kon ook niet weten

dat het een stofzuiger was

zzzzzzzzzzzzzzzzzz… plok…

kugh… kugh

stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren

de spin wrijft het stof uit zijn ogen

hij strekt zijn poot

prikt zich aan een punaise

die gister moet zijn opgezogen

dan gaat hij op zoek naar

een hoestbonbon

die eergister moet zijn opgezogen

komt in een klein tunneltje

en bij iedere hoestbui

stoot ’ie zijn kop

tegen de bovenkant

en rolt door met een beetje effekt

topspin

opeens ziet ’ie aan het einde van de tunnel
een klein beetje licht,
hij versnelt zijn pas

het licht wordt iets feller
hij begint te rennen
het licht wordt steeds feller
hij rent
hij sprint

het licht wordt daglicht
maar dan: klik… zzzzzzzz plok
… kugh… kugh

stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren

dit ritueel herhaalt zich dag in dag uit

op zekere dag is het weer

klik… zzzzzzz… plok kugh… kugh

hij voelt naast zich en schrikt

een spin

een vrouwtjesspin
een spinin

en hij zegt tegen haar

ik breng jou door de tunnel of love

naar het licht

waar je webben kan spinnen

en vliegen kan vangen

hij gaat voorop en zij erachteraan

en het is klik… zzzzzzz plok

de vrouw vangt de klap op

in het begin denkt ze dat dat normaal is

maar na io keer zegt ze

mag ik misschien een keer voorop lopen

de man zegt

onzin, laat mij nou maar gewoon
voorop lopen

je weet niet eens waar je heen moet
trouwens ik loop al jaren voorop

maar de vrouw die weigert om nog langer achter te lopen
de man geeft toe
hij zegt

oké ga jij een keer voorop

na de eerste keer, dat de man de klap

heeft opgevangen
zegt hij

goed laten we naast elkaar gaan lopen

hij heeft het al na één keer in de gaten

na een paar dagen is het… klik… klik… morrel… morrel

licht!

de beide spinnen klampen zich krampachtig

aan de binnenkant

van de stofzak vast

deze wordt tegen de muur geslagen

klik… klik… donker

en een ruimte…

de lichtastmatische spin kan opgelucht ademhalen
ze besluiten om samen een gezin te stichten
elke dag gaan ze met die kleine friemels
de tunnel in

en ’s avonds als ze terug zijn

zegt die vader voor het slapen gaan tegen zijn kinderen:

kindertjes… eens in de zoveel tijd hoor je

klik… klik… morrel… morrel

dan wordt het heel licht

dan moet je je

verschrikkelijk goed vast houden
want anders kom je
in de hel

dan vouwen die kinderen hun handen en bidden:

dat we toch maar zo behoudend

mogelijk mogen zijn

zo vasthoudend als maar kan

dat we

ons vooral goed handhaven
omdat we anders in de hel
terechtkomen
de vader denkt: aha

maar op een dag klik… klik… morrel… morrel
licht

kietelt bij een van die kleine spinnetjes

een haar

onder zijn linkeroksel

hij raakt zo slap van het lachen

dat hij zich niet vast kan houden

en verdwijnt zo in de hel

’s avonds bidden al die kleine spinnetjes

dat we toch maar

nooit zullen lachen

omdat we anders in de hel komen

na een paar dagen

kruipt een spinnetje

de stofzak binnen

en zegt

dat van die hel is allemaal
flauwekul

dat licht daar is precies hetzelfde
als aan het einde van de tunnel
je moet gewoon loslaten
en dan kan je webben spinnen
en vliegen vangen
de vader snoert ’em de mond
en roept

gevaarlijke praatjes!

hier wordt door niemand naar geluisterd

dit wordt door

niemand serieus genomen

als we zo gaan

redeneren ja

ja dan komen we nooit

aan het einde van de tunnel

dan is het heel gauw

met onze samenleving gedaan

maar dat kleine spinnetje zegt

toch is het zo!

oh ja, vraagt de vader

toch laat ik de volgene keer weer los

nou, zegt die vader dan zal ik er voor zorgen
dat je je

niet eens meer vast kan houden

leg jij je pootjes

maar op het hakblok

hak hakhak hak hak hak

lalalalalala (popcorn)

drie dagen later

klik… klik… morrel… morrel

en ten tweede male

suist het spinnetje naar de hel

’s avonds bidden

al die kleine spinnetjes

we zijn zo dankbaar dat we

onze pootjes nog hebben

om ze te kunnen vouwen

maar na een paar dagen

rolt daar een spinnetje zonder poten de stofzak binnen

en roept: toch is het zo!

de vader denkt: stom

stom dat ik zijn tong niet heb uitgerukt

hij komt naar voren en

zegt: wie van jullie hier

in deze muffe stofzak

heeft het gevoel dat deze kleine

gelijk heeft

dan gaan alle pootjes omhoog
voor de laatste keer
hak hak hak hak
handen af van de Tros
de volgende dag

klik… klik… morrel… morrel…
licht!

(muziek Carmina Burana)en daar zwermen alle spinnetjes uit
naar het licht

waar je webben kan spinnen
en vliegen kunt vangen
als je pootjes had gehad

in de stofzak blijft achter, de oude sjagrijnige vader
stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren

en nu nog, vandaag de dag

worden de excursies van spinnekinderen

van het Spinoza Lyceum

langs een oude stofzuiger gehouden

leidsters en leiders leggen uit

dat vroeger

in die stofzak een spinnenkolonie huisde

die dacht datje helemaal

door die slang moest lopen

om bij het licht te komen

terwijl je simpelweg

kon wachten

totdat de stofzak eens in de zoveel tijd

werd leeggeschud

en al die schoolspinnetjes moeten

daar vreselijk om lachen

dat men zo verkrampt van geest

kan zijn

dat men denkt dat men
het smalle pad moet kiezen
terwijl de brede weg voor je open ligt
dan gaan ze nog een beetje schommelen
en wat wippen

krijgen ze allemaal een suikerspin
en gaan naar huis

in die stofzak blijven achter, de stoffelijke resten
van wat eens vasthoudendheid, handhaverij en
behoudzucht waren

stof zijt gij, en tot stof zult gij wederkeren.

TOEGIFT

(vleugel wordt opgereden)

Wat jammer dat ik daar niet op spelen kan

(zet me achter de vleugel en zing)

Laat het nooit afgelopen zijn

Wie van de twee er ook ontwapenen wil
De ander gaat er steevast tegenin
Altijd hij wil niet en ik wil wel
Niemand durft te zeggen ik begin

Krijgt de één de kolder in zijn kop
Hoeft ie zijn pen maar in de inkt te dopen
Drukt een ander voor hem op de knop
En dan is het afgelopen

Laat het nooit afgelopen zijn
Nee het mag niet aflopen
Al zijn de kansen nog zo klein
Hou het doek nog even open
Laat het nooit afgelopen zijnWat fijn

om idioot te zijn
zo weerloos als een clown
die ontwapent door verdriet
roept lach of ik schiet
en ziet hoe gauw
de aap komt uit de mouw

Wat fijn

die idioot te zijn

zo lelijk als de nacht

die met een grote bek

spot met elk gebrek

wie maakt je wat

zolang de wereld om je lacht

Ik ben zo’n idioot

de mensen lachen zich half dood

Dan plotseling een gil
twee barsten in mijn bril

Ik zie dubbel
de zaal ligt dubbel
omdat ik dat wil

Ik zie enkel
de zaal denkt enkel
wat is het verschil

Hé jij

je maakt me bang
omdat je aan mijn lippen hangt
ik voel me net een vlinder
op het bloemetjesbehang