Zondvloed Twee

Ik had al achttien uur gelopen
Toen ik aankwam in het land dat niet bestond
Mijn handen hieven zich ten hemel
Mijn benen verdwenen in de grond
Een branding dreigde mij te overspoelen
De stilte maakte mij ten einde raad
Ik probeerde als een gek nog wat te zwemmen
Maar wat doe je
Als je met je poten in de aarde staat

Ik kwam tot aan mijn nek in ‘t water
Een zeemeeuw wilde landen op mijn hoofd
Ik wilde God wel uit de hemel bidden
Maar ik had nog nooit in God geloofd
Welke god verhoorde mijn gebeden
Het water zakte het was nog niet te laat
Toen het bij mijn enkels was wilde ik vluchten
Maar wat doe je
Als je tot je enkels in het water staat

Rondom mij landen nieuwe mensen
Je kunt elkander raken met de hand
Nu moet je voor je eigen plaatsje vechten
De hitte van de strijd heeft mij verbrand
Als martelaar kwam ik tot de conclusie
Warme liefde doodt geen koele haat
Ik had nog om genade kunnen roepen
Maar wat doe je
Als je stem zojuist in rook is opgegaan

Liefde doodt geen haat
In het land dat niet bestaat
Liefde doodt geen haat
Als je met je poten in de aarde staat

Tekst: Freek de Jonge
Uit: Lp Neerlands Hoop in Bange Dagen (1969)