We moesten naar de maan

Ik staar ‘s nachts in het donker
Ik kan niet slapen woel
Ga liggen sta weer op
Ik heb mijzelf verwond
Op zoek naar mijn gevoel
Die zin spookt door mijn kop

Ik probeer erlangs te leven
Maar die waanzin trof doel
Blijft hangen malen zeurt
Ik heb mijzelf verwond
Op zoek naar mijn gevoel
Zingt Johnny Cash in ‘Hurt’

In het Midden-Oosten
Spat minstens een keer per maand
Een Palestijn uit elkaar
En sleept in zijn misleide wanhoop
Een stuk of twintig Israëli’s mee
Dan volgen represailles
Vanuit een helikopter
Worden twee raketten afgevuurd
Op een peuterspeelzaal van de Harnas
Waarbij twintig kleuters In een cirkel van twintig meter
Met brokstukken beton gemengd worden
En waarbij een tachtigjarige
Aan de ziekte van Parkinson lijdende
Leider lichtgewond raakt
Waarna een woordvoerder in vlekkeloos Engels
Ons wil doen geloven
Dat Allah het zo gewild heeft

Je hebt geleerd erlangs te kijken
Geen oorlogsbeeld treft doel
Ik kijk maar zie niet meer
De wereld raakt gewond
Terwijl je niets meer voel
Het nieuws wordt als het weer

Ik hang me vol met explosieven
Geef mijn geliefden een zoen
Emotieloos en koel Ik weet niet waarom
Maar weet dit moet ik doen
Doen voor mijn gevoel

En jaren geleden
Moesten we zo nodig naar de maan
En niemand vroeg zich af
Wat we daar te zoeken hadden
Als onze vlag er maar eenmaal stond
Dan zagen we daarna wel verder
En als we nu naar boven kijken
Kunnen we zeggen
Dat wij er zijn geweest

Geef me allebei je handen
Kijk me onafgebroken aan
Een uur een dag een week
Laat me niet meer los
Laat me nooit meer gaan
Kraak me tot ik breek

Tekst: Freek de Jonge
Uit: De Vergrijzing (2004) Muziek: Robert Jan Stips