Verscholen
Verscholen achter zijn gitaar
Stond hij verlegen op te treden
Heimwee naar een ver verleden
Een liedje op het repertoire
En zo bleef hij eeuwig jong
Bij dat altijd groene wijsje
Hij zag hoe mannen jongens werden
Vrouwen meisjes
Als hij zong
Achter zijn gitaar verscholen
Armen wiekend als een molen
Haren lang en rood als in het begin
En wel tevreden met het bereikte
School toch dat verongelijkte
Altijd in die ene zin
Tot het mis ging op een keer
Hij weigerde het lied te spelen
Het begon hem te vervelen
Het ging gewoon niet meer
Dat gedoe van eeuwig jong
De oude Dylan imiteren
Maar de mannen gingen jouwen
En de vrouwen proteteren
Tot hij zong
Achter zijn gitaar verscholen
Armen wiekend als een molen
Haren lang en rood als in het begin
En wel tevreden met het bereikte
Stak toch dat verongelijkte
Altijd in die ene zin
Hij koos eieren voor zijn geld
Zong gewoon het ouwe liedje
Rookte op zijn tijd een wietje
Werd op die manier een held
En hoe de tekst ook wrong
In parochiehuis en kroegen
Dansten de mannen met de vrouwen
Ging het er aan toe als vroeger
Als hij zong
Achter zijn gitaar verscholen
Armen wiekend als een molen
Avond na avond zin voor zin
En hoewel hij op handen werd gedragen
Hield hij nimmer op te ragen
Of ben ik soms te min
Tekst: Freek de Jonge
Muziek: Boudewijn de Groot