Un koe
Un koe stond lui te wachten
In een veel te grote wei
En haar overvolle uier
Hing er als een doedelzakkie bij
Zij had geen trek in eten
Al haar magen zaten vol
Daar stond ze stom te kauwen
Op een stukje stimorol
De boer die haar moest melken
Was weer eens veel te laat
En niets doet er meer pijn
Dan een uier die op springen staat
Dan strekken zich de tepels
En rekken zo het vel
Dat je als koe maar af moet wachten
Houdt-ie het niet of
Houdt-ie het wel
Nu is haast elke uier
Bestand tegen een stoot
Maar ditmaal was de spanning
Voor het uiervel te groot
De boer die aan kwam fietsen
Dacht die uier houdt het wel
Maar vlak voordat hij aankwam
Dacht hij verrek het regent melk
En toen hij rondkeek in de weide
Stond daar enkel nog een knol
En tussen de koeievlaaien
Lag een stukje stimorol
Dus zie je ooit een uier
En staat hij tepelstrak
Maak dan dat je weg komt
Het is zonde van je mantelpak
Tekst: Freek de Jonge
Uit: Neerlands Hoop In Panama (1971)