Libelle en Mug

Dit is de geschiedenis van een stel uit Amsterdam
Het meisje heette Annie en de jongen Abraham
Annie kende Abraham van een zuster van haar neef
Die verkering met een vent had die voor de Libelle schreef
Dus noemde Annie Bram Libelle en Abraham Annie Mug
Omdat ze altijd ergens jeuk had en meestal op haar rug
Ze waren beiden nog geen veertien maar wat je noemt vroegrijp
Ze woonden in een kraakpand in een dwarsstraat van de Pijp

Het duo ging waar je heengaat als je achtentwintig bent
Nauwelijks de gevaren van de zondenwereld kent
Ze vlooiden supermarkten uit en liepen vlooienmarkten plat
Het hoognodige werd gestolen het overbodige gejat
Nu was er een straat verder in de Pijp een koffieshop
Waar ze niet hoefden te betalen want de baas schreef het wel op
Tot die rekening zo opliep dat die baas zei ik hoef geen poen
Als jullie donderdag aanstaande een klein klusje voor mij doen

En hun ouders zaten thuis
As te morsen op de vloer
Wat ze hadden te vertellen
Haalden ze uit de Libelle
En dat was meestal geen moer

Achter het Centraal Station zou om twaalf uur iemand staan
Een diplomatenkoffer in de hand en een lederhose aan
Die koffer kreeg het tweetal in ruil voor een envelop
Dan moest de koffer naar de koffieshop en de klus die zat erop
Libelle keek de Mug aan kwam dit even goed van pas
Ze wilde alleen nog even weten wat een lederhose was
De baas begon te lachen zei dat zeg ik lekker niet
Dat zien jullie vanzelf wel als je die diplomatenkoffer ziet


Om zeven over elf verliet het stel de koffieshop
Libelle met de senuwe en Mug met de envelop
Ze renden naar de halte en sprongen op lijn vier
Op een haar na aangereden door een pizzakoerier
De tram zat vol met zwartrijders illegalen junks
Heilsoldaten Hell’s Angels hardrockers en punks
De bestuurder maakte bij de Dam een onverwachtse stop
Iedereen lag in het gangpad en Mug lag onderop

En hun ouders zaten thuis
Voor de buis bij een krat bier
Verzonken in gedachten
Hongerig te wachten
Op de pizzakoerier

Achter het Centraal Station zagen zij na wat gezoek
Iemand met een koffertje in een korte leren broek
Libelle stootte Mug aan zei misschien heb ik het mis
Maar het zou mij niks verbazen ah dat een lederhose is
Ze bleven op een paar meter nogal opvallend staan
Tot die man met die koffer zei Hab’ich etwas von Ihnen aan
Mug zei als dat een lederhose is zijn wij van de koffieshop
Dan is dat ons diplomatenkoffertje en dit uw envelop

En hun ouders zaten thuis
Kijkend naar een quiz
Hun pizza op te eten
En een quizmaster wil weten
Wat een lederhose is

Mug greep onder haar T-shirt waar die envelop ooit zat
Maar die was in de tram net tijdens die valpartij gejat
De lederhose dacht paranoïd dat moeten undercovers zijn
Hij rende het station in sprong op de D-trein naar Berlijn
Kom zei Libelle resoluut greep de rechterarm van Mug
Mij zien ze in die koffieshop van zijn leven niet meer terug
Ik vond dit hele zaakje vanaf het begin af aan niet pluis
Ik ben genoeg recalcitrant geweest ik wil terug naar huis

En hun ouders zaten thuis
Zonder toekomst zonder werk
Deden de kinderen zuchtend open
Dat ze waren weggelopen
Hadden ze niet eens gemerkt
Niet gemerkt

Tekst: Freek de Jonge
Uit: Parlando (2002) Muziek: Bob Dylan
Bewerking van: Tweeter And The Monkeyman