Gods lied

Kaïn doodde Abel
Noach dacht waarom
Want als de kinderen van Israël
De hand al aan elkaar slaan
Dan wordt het nooit iets met het jodendom
Dus vroeg Noach het aan God
En God zei

De mens stelt niets voor
Ik heb er minder om gemaald
Dan om het schraalste cactusbloempje
Of de kaalste adamsnaald
Hij doolt in de woestijn rond
Denkt dat ik daar ben verdwaald
Daarom houd ik zo van de mens

Ik deins vol gruwel terug
Voor jullie smerigheid
Voor de goorheid en het vuil
Voor al die narigheid
We lachen ons hier in de hemel een hoedje
Om de gebeden die je aan me wijdt
Daarom houd ik zo van de mens

De christenen en de joden
Hielden een reünie
De boeddhisten en de hindoes
Waren erbij via de satelliet
Ze kozen hun vier beste priesters
Die begonnen hun geklaag
Zeiden Heer de wereld is een plaag
Heer niemand is vrij
Heer de tempels die we voor u bouwden
Tuimelden in zee
Als u niet voor ons wilt zorgen
Bemoei je er dan ook niet mee

Waarop God zei
Waarop God zei
Ik verbrand jullie steden
Zie je dat dan niet
Ik neem je kinderen tot me
En jij prijst mij met een lied
Je moet wel gek zijn als je denkt
Dat ik te vertrouwen ben
Daarom houd ik zo van de mens
Hij heeft me nodig


Daarom houdt God zo van zijn mens

Tekst: Freek de Jonge
Uit: De Kneep (2003) Muziek: Randy Newman
Bewerking van: God’s song (That’s why I love mankind)