Een fantast

Als kind kwam ik een paljas tegen
Een snoeshaan een snuiter
Een snijboon een kwast
Wie is die kwibus vroeg ik aan tafel
O zei de tafel dat is een fantast

O had ik de kracht der stervenden
De revolutionaire wil om op te staan
Dan lag ik niet in mijn nest te rotten
Verlamd door de vraag
Wat trek ik aan

O had ik de vrijheid van een zwerver
De wil tot lopen van iemand zonder been
Dan stond ik niet te weifelen
Op het kruispunt
Verlamd door de vraag
Waar moet ik heen

O had ik anorexia nervosa
Of een perforatie van de maag
dan stond ik niet te weifelen
Voor de schappen
Jongens wat eten we vandaag

O had ik kanker in mijn aderen
Een onvermoede tumor in mijn kop
Dan zat ik niet te schuiven met die asbak
Asbak
Steek ik er nog eentje op

O had ik de onbezonnenheid van helden
De moed der martelaren voor een ogenblik
Dan stond ik niet bevend tegenover de vijand
Paniek
Wie schiet eerder hij of ik

O kon ik vertrouwen als een pelgrim
Geloven als een mens in nood
Dan zat ik niet te zweten in de aula
Jezus
Is er leven na de dood

O kon ik mijn onvolmaaktheid accepteren
Zoals de gebochelde zijn bult
Dan zat ik niet te zeiken bij mijn psychiater
Dokter is het allemaal mijn schuld
Sigmund is het allemaal mijn schuld


O had ik de blues van jong geliefden
Van een afgewezen minnaar zijn melancholie
O had ik
O had ik maar een beetje
O had ik maar een beetje fantasie

Een fantast kruiste eens mijn wegen
Ik vroeg de fantast waar ga je heen
Hij spreidde zijn armen knikte verlegen
Kuste mijn wangen
En verdween

Ik kwam een fantast
Met zijn zelfportret tegen
Wat heb je betaald
Vroeg ik hem voor de lol

Zijn gezicht was getekend
Wie schetst mijn verbazing
Toen hij zei
De tol

Tekst: Freek de Jonge
Uit: Dankzij De Dijken (1994)  Muziek: Henk Hofstede / Robert Jan Stips