De zwerver
Jarenlang had hij gezworven
Daar waar de wind hem bracht
Hij was tot op de draad bedorven
Geen wet of hij had haar verkracht
Hij dronk meestal van een ander
De een na de andere jenever
Om dan tot slot als dank
Te kotsen op de gever
Maar al was hij dan een loeder
Met een vuile vinger na te wijzen
Hij hield nog van zijn moeder
En dat was in hem te prijzen
Zelfs heilsoldaten spraken schande
Maar dat hielp geen zier
Hem legde je niet aan contrabande
Met een spreuk uit een brevier
Hij sliep meestal bij een ander
Kwam zonder woorden tot daden
Liet dan tot slot als dank
Een kind de luis de maden
Je kunt op dat slag gaan schelden
Ze met een vuile vinger na staan wijzen
In de oorlog zijn het helden
En dat is in ze te prijzen
Hij stierf zoals hij leefde
Zijn laatste adem was een vloek
Waarvan de aarde beefde
Tot in de verste hoek
Hij werd begraven bij een ander
Die werd verzocht wat op te schuiven
Die kreeg daarvoor als dank
Bezoeken van de duivel
In zijn zerk wist men te kerven
Kijk hier levende wijzen
Hier wist een man te sterven
En dat was in hem te prijzen
Tekst: Freek de Jonge
Uit: Neerlands Hoop In Bange Dagen (1969)