De oude vrouw
De staartklok kwispelt door de tijd
De camera zoemt in op een raam
Er achter zit een oude vrouw
Die niemand kent ze heeft geen naam
In de kamer die neutraal is ingericht
Herkennen wij van vroeger nog een stoof
Ze ziet ons niet ze hoort ons niet
Ze is bijziend en doof
De koffie pruttelt op het theelichtje
Ze bladert in haar plaatjesboek
Ze is niet alleen de oude vrouw
Meneer Parkinson is op bezoek
Ze kan nog lezen in haar boek
Omdat haar handen net zo trillen als haar hoofd
Ze heeft geen pijn het oude mens
Meneer Reuma is tijdelijk verdoofd
Op het buffet leunt een vergeeld portret
Tegen een oude kaarsenstandaard aan
Het is een foto van haar man
Die met een vrouw die Kanker heet is meegegaan
Ze sluit het boek ze heeft het uit
Ze laat de handen rusten in de schoot
Ze verwacht bezoek de oude vrouw
Laat haar niet wachten Meneer Dood
Uit: Neerlands Hoop Interieur (1975)