De kinderen droegen vader

De kinderen droegen vader
Op hun schouders naar zijn graf
Nog vijf minuten sjouwen
Dan waren ze van hem af
Niemand die moest huilen
Een mus zat suffig op een tak
Alleen de kraai was sjagrijnig
Maar dat is zijn vak

Des morgens had de doodgraver
Aan het graf zijn werk gedaan
En at op een verweerde zerk
Een goudgele banaan
Hoe kunt u vroeg een weduwvrouw
Iets eten op een zerk
De een zijn dood is de ander zijn brood
Ik krijg honger van dit werk


De schil gooide hij achteloos
Over zijn oude hoed
Kwam op het grintpad terecht
Voor de naderende stoet
De kraai die de schil zag liggen
Hield zich in keek strak
Naar de blauwe hemel
Want dat was zijn vak

Voor het eerst in zijn leven
Bad de kraai tot God
sloot toen beide ogen
Vol eerbied en genot
De stoet liep onverstoorbaar
Langs de fatale plek
Wat er ook gebeurde Niemand viel op zijn bek

Des avonds keert de doodgraver
Huiswaarts met zijn schop
 En raapt in het voorbijgaan
De bananeschil weer op
Hij groef die dag acht graven
Voor zichzelf en zijn gezin
Hij groef acht kuilen voor een ander
En viel er zelf niet in

Uit: Lp Neerlands Hoop In Panama (1971)