Bronnen en verwijzingen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A

Wat mijn vader aantrok in het werk van Gerrit Achterberg weet ik niet precies. Ik vermoed het mystieke. Of hij geheel op de hoogte was van de psychische gestoordheid van Achterberg weet ik ook niet. Daar werd nogal geheimzinnig over gedaan.

Over het leven van Gerrit Achterberg

Over de gedichten van Gerrit Achterberg

B

Zwitserse theoloog, vanaf begin jaren ’20 zeer invloedrijk. Professor Haitjema heeft Barth in Nederland geïntroduceerd. Misschien was Professor van der Leeuw daar een beetje jaloers op. Hoe dan ook mijn vader is geen gepassioneerde volgeling van Barth geworden.

Voor de liefhebber is veel te vinden op karlbarth.nl


De theologie van Karl Barth: dynamiet of dynamo voor christelijk handelen (Martien E. Brinkman)

Studie over een van de belangrijkste discussies in de Nederlandse kerkgeschiedenis van de laatste vijftig jaar.


Karl Barth en zijn theologische weg door de tijd (Karel Blei)

Een mooi, toegankelijk overzichtswerk voor iedereen die Barth nader wil leren kennen.

C

Catechesatieboekje – A. Hellenbroek

Hellenbroek, A. Catechisatieboekje (pdf)

D

In 1862 kwam Jan van Dijk uit het Friese plaatsje Tzum naar Doetinchem. Hij was in Friesland actief als boer, maar werd in Doetinchem dominee van de Christelijke Afgescheiden Kerk, een kerkgenootschap van dertien gezinnen met een klein kerkje.

De nieuwe dominee miste de steun van een christelijke school. Hij ging op pad in de Achterhoek om hiervoor geld bij elkaar te krijgen. Toen dat niet lukte,ging hij het hele land door om bij allerlei, vaak belangrijke, mensen om financiële steun te vragen. Met succes. In 1865 kon de eerste christelijke school in de Achterhoek geopend worden. Het eerste jaar 75 leerlingen en na twee jaar al 200 leerlingen. Christelijke scholen in onder meer Zelhem en Halle volgden.

Grondbezitter

Toen Van Dijk in Doetinchem kwam, zag hij dat ze bezig waren met de grond van de stadswallen de gracht te dempen. Van Dijk had een goed zakelijk inzicht en voor 30 cent per vierkante meter werden Van Dijk en zijn gemeente eigenaar van het gebied waar ze later onder meer de kapel met pastorie, het gymnasium en een jongensinternaat (voor leerlingen van de kweekschool) lieten bouwen.

Jongensstad

Dominee Van Dijk vond dat ook jongens van eenvoudige komaf een kans moesten hebben om dominee, leraar, arts of advocaat te worden. Hij liet ze naar Doetinchem komen waar ze ondergebracht werden in Ruimzicht, een huis met jongens-zelfbestuur. Twee jongens hadden als directeur de leiding van deze jongensstad. Een ouder inwonend echtpaar zorgde voor de huishouding. Van Dijk had alles echter helemaal zelf onder controle. Wie niet gehoorzaamde, werd letterlijk de laan van Ruimzicht uitgestuurd. De jongens (Dijkianen genoemd) bezochten het gymnasium aan de Van Nispenstraat. Doetinchem was toen een stadje met maar 3500 inwoners. In het topjaar 1893 waren er 160 Dijkianen. Dit aantal paste niet eens in het inmiddels verbouwde Ruimzicht. Rond Doetinchem vinden we nu nog een aantal door Ds. Van Dijk gestichte zondagschooltjes waar leerlingen van Ruimzicht les gaven.

Groen van Prinsterer

De heer Remmelink uit Steenderen gaf Van Dijk 20 000 gulden (toen een enorm kapitaal) om iets mee te doen waaraan de naam Groen van Prinsterer, een groot christelijk politicus, zou worden verbonden. Het werd de Groen van Prinsterer kweekschool.

Buitengesloten

Dominee Van Dijk mocht dan wel zeer succesvol zijn. Hij hield zich niet aan de regels van de Christelijke Afgescheiden Kerk en werd in 1869 buitengesloten. Hij stichtte toen een nieuwe kerkelijke gemeenschap, de Nederlands Hervormde Zendingsgemeente die gebruikmaakte van de kapel aan de Van Nispenstraat. In 1900 overleed Van Dijk en werd begraven op het kerkhof aan de Loolaan.

Literatuur
Dr. G.A. Wumkes: Leven en levenswerk van J. van Dijk Mzn., Sneek 1917
G. Blankesteijn, Doetinchem in de loop der eeuwen, Doetinchem, 1978

Bron:  Canon Doetinchem 


M.G.L. den Boer in het blad In de Waagschaal:

J. van Dijk Mzn – Een gedreven man met singuliere gaven


 

Leven en levenswerk van J. van Dijk Mzn – Dr. G.A. Wumkes

E

Beschrijving …

Eudaimonia: Het Stoïcijnse Geluk

https://positivepsychology.com/eudaimonia/

G

Gods Wil in Nederland – Rutger Zwart

Beschrijving …

Over de oprichting van Go Ahead met onder andere Moos Polak

Ga naar de website

 

Een overweging van Rob Compaijen:

Waarom we het geweten niet te snel moeten afserveren

K

Geschilderd eten

Dagboeken


Oordeel zelf!

Over de theologie van Abraham Kuyper

Naar het artikel uit Radix

De KB als bron voor een schrijver (en anderen)

De gedichten van Vasalis

L

Dogmatische Brieven

 

Phänomenologie der Religion

G. van der Leeuw – Phänomenologie compleet (pdf)

 


De onrust der mensheid

Uit de vele publicaties van prof. dr. v. d. Leeuw zijn hier allerlei opstellen en voordrachten samengebracht. “West-Europa meent met God afgerekend te hebben en blijft met de mens zitten”. Vanuit dit gezichtspunt spreekt prof. v. d. Leeuw over; De onrust der mensheid, twijfel, de zin van ons leven, natuur-cultuur-creatuur, persoonlijk geloof en kerkgeloof, heilige boeken, huwelijk, leven en dood, aanbidding, enz. enz.

Reeds deze onderwerpen tonen hoe veelzijdig prof. V. d. Leeuw was. Hij stond als universeel geleerde midden in de vragen van deze tijd. Ook uit dit boekje blijken opvattingen, die in het verleden reeds gecritiseerd zijn. (Leven en dood, pag. 178 e.v.).

Wie kennis wil nemen van deze gedachten zonder de grotere werken van prof. dr. v. d. Leeuw te lezen, kan hier uitnemend terecht.


 

N

O

P

Blaise Pascal (1623-1662), in zijn tijd en in de onze bekend als wiskundige en wetenschapper, was ook een geestelijk schrijver. Zijn Provinciale Brieven (1656-1657) verdedigden zijn jansenistische vrienden in Port-Royal tegen hun jezuïetencritici. Zijn Pensées, nooit voltooid, en postuum gepubliceerd in 1670, bevatten Pascal’s apologia voor het Christelijk geloof, gericht aan de intelligente scepticus. Dit werk bevat zijn beroemde “weddenschap” over het bestaan van God. Pascal’s meest intieme religieuze werk is het Memoriaal. Dit vodje papier, dat de ervaring van Pascal op een onvergetelijke nacht in 1654 optekent, werd na zijn dood gevonden in de voering van zijn jas, want hij droeg deze herinnering altijd bij zich.

Hier presenteer ik het Franse en Latijnse origineel van het Memorandum, gevolgd door een Engelse vertaling.

Blijkbaar maakte Pascal een goede kopie van zijn eerste ontwerp, en een goede vriend maakte een derde kopie. Merk op dat de laatste drie regels van het Memoriaal ontbreken in één van de autografen.

French/Latin original (Engels en Nederlands hieronder)

L’an de grâce 1654,

Lundi, 23 novembre, jour de saint Clément, pape et martyr, et autres au martyrologe.
Veille de saint Chrysogone, martyr, et autres,
Depuis environ dix heures et demie du soir jusques environ minuit et demi,

FEU.

«DIEU d’Abraham, DIEU d’Isaac, DIEU de Jacob»
non des philosophes et des savants.
Certitude. Certitude. Sentiment. Joie. Paix.
DIEU de Jésus-Christ.
Deum meum et Deum vestrum.
«Ton DIEU sera mon Dieu.»
Oubli du monde et de tout, hormis DIEU.
Il ne se trouve que par les voies enseignées dans l’Évangile.
Grandeur de l’âme humaine.
«Père juste, le monde ne t’a point connu, mais je t’ai connu.»
Joie, joie, joie, pleurs de joie.
Je m’en suis séparé:
Dereliquerunt me fontem aquae vivae.
«Mon Dieu, me quitterez-vous?»
Que je n’en sois pas séparé éternellement.
«Cette est la vie éternelle, qu’ils te connaissent seul vrai Dieu, et celui que tu as envoyé, Jésus-Christ.»
Jésus-Christ.
Jésus-Christ.
Je m’en suis séparé; je l’ai fui, renoncé, crucifié.
Que je n’en sois jamais séparé.
Il ne se conserve que par les voies enseignées dans l’Évangile:
Renonciation totale et douce.
Soumission totale à Jésus-Christ et à mon directeur.
Éternellement en joie pour un jour d’exercice sur la terre.
Non obliviscar sermones tuos. Amen.


English translation

The year of grace 1654,

Monday, 23 November, feast of St. Clement, pope and martyr, and others in the martyrology.
Vigil of St. Chrysogonus, martyr, and others.
From about half past ten at night until about half past midnight,

FIRE.

GOD of Abraham, GOD of Isaac, GOD of Jacob
not of the philosophers and of the learned.
Certitude. Certitude. Feeling. Joy. Peace.
GOD of Jesus Christ.
My God and your God.
Your GOD will be my God.
Forgetfulness of the world and of everything, except GOD.
He is only found by the ways taught in the Gospel.
Grandeur of the human soul.
Righteous Father, the world has not known you, but I have known you.
Joy, joy, joy, tears of joy.
I have departed from him:
They have forsaken me, the fount of living water.
My God, will you leave me?
Let me not be separated from him forever.
This is eternal life, that they know you, the one true God, and the one that you sent, Jesus Christ.
Jesus Christ.
Jesus Christ.
I left him; I fled him, renounced, crucified.
Let me never be separated from him.
He is only kept securely by the ways taught in the Gospel:
Renunciation, total and sweet.
Complete submission to Jesus Christ and to my director.
Eternally in joy for a day’s exercise on the earth.
Not to forget your words. Amen.

Nederlandse vertaling

Het genadejaar 1654,

Maandag 23 november, feest van St. Clement, paus en martelaar, en anderen in de martyrologie.
Vigil van St. Chrysogonus, martelaar, en anderen.
Van ongeveer half elf ‘s avonds tot ongeveer half twaalf ‘s nachts,

VUUR.

GOD van Abraham, GOD van Isaac, GOD van Jacob
niet van de filosofen en van de geleerden.
Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede.
GOD van Jezus Christus.
Mijn God en uw God.
Jouw GOD zal mijn God zijn.
Vergetelheid van de wereld en van alles, behalve GOD.
Hij wordt alleen gevonden door de wegen die in het Evangelie worden onderwezen.
Grootheid van de menselijke ziel.
Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar ik heb U gekend.
Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde.
Ik ben van hem weggegaan:
Ze hebben me verlaten, de bron van levend water.
Mijn God, zult U mij verlaten?
Laat mij niet voor eeuwig van hem gescheiden zijn.
Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God, en degene die U gezonden hebt, Jezus Christus.
Jezus Christus.
Jezus Christus.
Ik heb hem verlaten. Ik ben hem ontvlucht, afgezworen, gekruisigd.
Laat me nooit van hem gescheiden zijn.
Hij wordt alleen veilig gehouden door de wegen die in het Evangelie worden onderwezen:
Verzakingen, totaal en zoet.
Volledige onderwerping aan Jezus Christus en aan mijn leidsman.
Eeuwig in vreugde voor een dag oefening op aarde.
Om uw woorden niet te vergeten. Amen. Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)

Protestanten

Ryrie voert de lezer in zijn omvangrijke boek door de geschiedenis van de protestanten: vanaf het fragiele begin in Centraal-Europa tot haar gewelddadige vestiging als staatsreligie op de rest van het continent; van haar rol in de revoluties tot in de moderne wereld. Het verhaal van de protestanten, toont Ryrie, is het verhaal van de moderne wereld.

 

R

Inleidende tekst over Rilke


Neue gedichte Nieuwe Gedichten – Rainer Maria Rilke

Beschrijving …


Dichter in de massa (Gerolf van de Perre)

Beschrijving …

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Workum (Hoofdstuk5, deel 2):

Uitleg over de rhesusfactor

S

Inleidende tekst over Smallegange

 


Uit de levenservaringen

M. Smallegange – Levenservaringen (pdf)


 

Ds. A. de Jonge en de herinrichting van de Sint-Gertrudiskerk te Workum

Eind 2021 verscheen Kom verder!, het eerste deel van de memoires van Freek de Jonge. Het boek gaat grotendeels over zijn vader, ds. A. de Jonge, die van 1946 tot 1951 predikant van hervormd Workum en It Heidenskip was. De ambtsperiode van De Jonge aldaar werd vooral gestempeld door de restauratie en de herinrichting van de uit de late middeleeuwen daterende Grote Kerk van het stadje, die ook wel de Sint-Gertrudiskerk wordt genoemd.

Vóór de restauratie

De Sint-Gertrudiskerk is een imposant gebouw met een schip met drie beuken, die vrijwel dezelfde hoogte hebben, zodat het geheel het karakter van een hallenkerk benadert. Daarnaast heeft de kerk een koor en twee transepten oftewel dwarspanden. Vóór de restauratie was het koor afgesloten door een houten hek met daarboven een zwaar gordijn. De onderste delen van de beide transepten waren door een schotwerk van de rest afgescheiden. In het zuidertransept was een consistorie ingericht, terwijl het noordertransept als opbergruimte diende, onder andere voor gildebaren. In het koor was een vergaderruimte gebouwd, de rest van het koor diende ook als opbergruimte.

Plattegrond van de Sint-Gertrudiskerk vóór de restauratie. Tekening: Rijksdienst Cultureel Erfgoed

De Jonge had zich voorgenomen om de kerk op basis van de inzichten van zijn leermeester prof.dr. G. van der Leeuw, die voorman van de Liturgische Beweging was, in te richten.

 

[hier nog een afbeelding]

 

Prof.dr. G. van der Leeuw, 1945-1950. Foto: Fotobedrijf Piet Boonstra / Groninger Archieven

 

Freek: ‘Wat inhield dat de gemeente actiever bij de eredienst zou worden betrokken en dat het Woord minder dominant werd. Hij kreeg al snel in de gaten dat dat gevoelig lag.’ Het heeft inderdaad heel veel strijd gegeven. Men vond de plannen van De Jonge ‘te rooms’, ‘te liturgisch’, ‘met te weinig nadruk op het Woord’. ‘En vooral was men bang voor de imponerende ruimte, de leegte volgens iemand, die de restauratie van de kerk had opgeleverd. De meeste gelovigen zeiden het niet hardop, maar er werd gesnakt naar gezelligheid.’

Na de herinrichting

In 1951 kwam de preekstoel tegen de noordoostelijke vieringpijler te staan, dus op de hoek van het koor en het schip. Het doophek werd niet herplaatst: men vond zo’n afsluiting van de kansel niet meer wenselijk. Praktisch leverde het ook problemen op, doordat het koorhek naar voren werd verschoven. Vóór het koor kwam een nieuw stenen doopvont te staan. Het koor werd met drie treden verhoogd. Bij de koorgrens kwam aan weerszijden een deel van het koorhek te staan. Het koor werd als avondmaalsruimte ingericht met langs de wanden twee rijen vaste banken en in het midden de tafel met zetel voor de predikant. De grote vierkante vroedschapsbank kreeg een plaats in het noordertransept. Alle andere oude banken werden opgeruimd. De bijzondere zestiende-eeuwse briefpanelen werden in de nieuwe banken in het schip aangebracht. Vóór deze banken kwamen in de viering twee blokken met vijf rijen stoelen. Er kwamen ook stoelen in het noordertransept vóór de vroedschapsbank en in het zuidertransept vóór de gewone banken. In totaal kreeg de kerk 650 zitplaatsen. De zijbeuken werden vrij van zitplaatsen gehouden. Daar konden de gildebaren opgesteld worden.

Strijd om het koorhek

De strijd voor de herinrichting van de kerk had zich toegespitst op het al dan niet herplaatsen van het voor-reformatorische koorhek. Freek: ‘Na een richtingenstrijd waaraan Schieringers en Vetkopers een puntje konden zuigen, ging de kerkvoogdij ten langen leste akkoord met het compromis dat collega De Bruijn had weten te vinden. Een Salomonsoordeel waarbij het koorhek in tweeën werd gedeeld. Eén helft werd geplaatst, dat wil zeggen een kwart aan elke kant. De avondmaalstafel ertussenin.’

[hier komt nog een afbeelding]

De Sint-Gertrudiskerk vóór de restauratie richting het koor, dat door een houten hek met daarboven een zwaar gordijn is afgesloten. Foto: Rijksdienst Cultureel Erfgoed

 

[hier komt nog een afbeelding]

De St. Gertrudiskerk anno 2022 richting het koor, met het deels open koorhek. Foto: Rijksdienst Cultureel Erfgoed / Wouter van der Sar

 

Al met al kan van een enorme wijziging van het interieur van de Sint-Gertrudiskerk gesproken worden. De verandering was door bouwkundigen goedgekeurd, zelfs gestimuleerd. Weliswaar was de restauratie ten koste van het meubilair gegaan, maar ze was ten voordele van de dieptewerking geweest. Regnerus Steensma: ‘Bij binnenkomst staat men voor een lang middenpad tussen bankenrijen waardoor de blik direct naar de grote vensters in het koor wordt getrokken. Een aantal elementen zorgt voor geleding van de ruimte: trekbalken, kaarsenkronen en het hek op de grens van koor en schip.’ In dit verband zij nog vermeld dat het doophek in de jaren ’90 alsnog is herplaatst. Tevens werden de deuren van het koorhek, het koor indraaiend, toen in ere hersteld.

Ingebruikneming en inwijding

Terug naar De Jonge. Op 21 juni 1951 vonden de ingebruikneming en de ‘inwijdingsdienst’ plaats.

 

[hier komt nog een afbeelding]

President-kerkvoogd D.J. Tjeerde (links) overhandigt de sleutels van de gerestaureerde Sint-Gertrudiskerk aan ds. A. de Jonge (21 juni 1951).

 

[hier komt nog een afbeelding van een herinneringsbord]

 

De predikant betuigde zijn instemming met de inrichting van de kerk, waarvoor hij zich zo ingezet had. Daarbij noemde hij ‘de uiterlijke vorm’ van het gebouw ‘een hoogst belangrijke aangelegenheid’: ‘De eredienst zelf heeft deze vorm bepaald. De eredienst die zich concentreert rondom de door God geschonken heilsmiddelen van Woord en Sacramenten. Daarom staan hier gedrieën centraal de Kansel, de Tafel, het Doopvont. Er is tussen deze drie geen strijd om de voorrang. Ieder is op eigen wijze drager van het heil Gods. Het heeft God behaagd om door middel van prediking, Avondmaal en Doop het leven van Zijn gemeente in stand te houden. Het ware menselijke overmoed, wanneer door ons aan één van deze drie de prioriteit werd gegeven. Omdat zij heilsmiddelen Gods zijn, zijn ze voor ons van gelijke zalige waarde en laten wij het aan Gods vrijmacht ons te vervullen met Zijn genade vanaf de kansel, vanaf de Tafel of vanuit de Doopvont.’

De liturgische zin van de gothische kathedraal

Niet alleen De Jonge was enthousiast over de heringerichte kerk. Fedde Schurer was dat ook.

 

[hier komt nog een afbeelding]

Fedde Schurer, 1978. Foto: Fries Fotoarchief / F.J. Andringa

In zijn verslag van de inwijdingsdienst is te lezen: ‘Wat kan een Protestantse gemeente doen met een Gothische kathedraal? Staat ze niet verlegen met die grote ruimten, die voor haar toch geen zin hebben? De dienst op Donderdagavond bij de inwijding van het gerestaureerde kerkgebouw heeft op deze vragen een afdoend en indrukwekkend antwoord gegeven. (…) Deze dienst droeg een buitengewoon en voor protestanten zeer ongewoon karakter. Nu pas werd duidelijk, wat de restauratie niet alleen voor de bouwkunst, maar ook voor de eredienst betekende, en de liturgische zin van de gothische kathedraal werd levende werkelijkheid. (…) Een inwijding, die waarlijk indrukwekkend, verrassend nieuw en stijlvol mocht heten, leverde bevestiging van wat enkele sprekers in de middagsamenkomst hadden gezegd: Deze restauratie heeft haar grondslag in een theologie, die de algemeen christelijke vorm wil vinden. (…) Deze liturgie was niet slechts van betekenis als inwijdingsplechtigheid; ze was een teken en een oproep ook aan andere kerken.’


De auteur Dr. Jan Dirk Wassenaar (1960) is als predikant verbonden aan de Protestantse Gemeente te Hellendoorn en als geassocieerd onderzoeker aan de Protestantse Theologische Universiteit. Van 1996 tot 2004 was hij predikant van de Hervormde Gemeente te Workum en de Samen op Weg-gemeente It Heidenskip.

Literatuur
– Freek de Jonge, Kom verder! Memoires 1 (Amsterdam-Antwerpen 2021)
– Regnerus Steensma, De Sint-Gertrudiskerk in Workum (Gorredijk 2010)
– J.D.Th. Wassenaar (red.), 1951 St. Gertrudiskerk Workum 2001 (Workum 2001)

T

Tragiek en triomf van het geweten (Walter Nigg)

Beschrijving…

V