Dag 16: Onvoltooid verleden tijd
dat je voor een grijs gebouw staat
onvoltooid verleden tijd
er komt een zoete stank naar buiten
heimwee en vergankelijkheid
je reed weg over je toeren
je was je autosleutels kwijt
je dacht een ogenblik ik hoef niet
maar je had gelijk al spijt
dat je dan naar binnenloopt
zij daar zit en jij haar ziet
dat je even denkt dat is ‘t
dan meteen dat is ‘r niet
je fluit het herkenningsfluitje
Johan Brahms het wiegelied
je wacht vergeefs
maar zelfs geen glimlach
want ze herkent je niet
dat je denkt aan jaren samen
samen leven zij aan zij
jij blind en onvermoeibaar
zij overbezorgd en bij
en hoe ze ooit doodverlegen
haar naam tegen je zei
onvergetelijk verliefd was
het is gedaan het is voorbij
uren hand in hand met niemand
lichaam zonder hart en ziel
is er op de wereld niemand
die mij helpen kan en wil
dat ze al maar door blijft vragen
heb ik nu al thee gezet
je richt je tot hem die doodverklaard is
in een wanhopig schietgebed
je sjort onhandig aan haar kleren
je ging mee naar het toilet
op bezoek dat is geen leven
nog niet zonder, niet meer met
dat je weet qua machteloosheid
is er nauwelijks verschil
niets meer zien en blijven vragen
god waar laat ik nu mijn bril
de psychiater heeft een praatje
de geriater heeft een pil
en dan komt de zuster vragen
of je afscheid nemen wil
uren hand in hand met niemand
lichaam zonder hart en ziel
is er op de wereld iemand
die mij helpen kan en wil