Cordon Sanitaire

Van september tot en met november 2005 presenteert Freek de Jonge met vier muzikanten de voorstelling Cordon Sanitaire. Die speelt alleen in Vlaanderen. En soms is dat wennen voor hem: ‘Intussen hangt ons ook de dreiging van de Franse voorsteden boven het hoofd. De dreiging is dat het zal overslaan deze kant op. De Franse regering staat pal. De Franse regering wil van geen wijken weten…’ Als er geen reactie volgt: ‘Dat is een woordspeling, dames en heren. Het Nederlandse wijk… De Franse regering ontkent het probleem: wil van geen wijken weten… In Nederland noemen we dat een woordspeling. Daar verdien ik al veertig jaar de kost mee… Dat vinden de mensen daar leuk… Die lachen daar dan om… Maar u heeft zo uw eigen smaak…’
Het is een van de momenten waarop hij zich hardop verbaast over de verschillen in reageren van zijn Nederlandse en het Vlaamse publiek.

Het programma bestaat uit een afwisseling van gezongen en gesproken teksten. Het bevat bekende liedjes, zoals Dankzij de Dijken, uit 1994, waarmee Cordon Sanitaire opent. Maar ook, uit recente shows, De vondeling van Ameland en Tem me dan (beide uit Parlando, 2002), Mannenwereld en Wees niet bang (beide uit De Kneep, 2003) en Quarantaine, Srebrenica en Vergeet mij niet (alle uit De Vergrijzing, 2004). Voor het laatste lied kreeg hij eerder dat jaar de Annie M.G. Schmidt-prijs toegekend als beste lied van 2004.
En ook zingt hij nieuw repertoire: Aandacht, op muziek van Daniël Lohues, en Jerusalem, een vertaling van een lied van David Olney. Met deze Amerikaanse singer-songwriter zal hij in dezelfde periode, oktober en november 2005, vier concerten in Nederland geven.

In Cordon Sanitaire vertolkt hij ook een echte klassieker: Opa. Neerlands Hoop dus, over welk duo hij in een anekdote zegt: ‘Wij waren niet zo progressief. Wij waren niet zo snel. Maar om ons heen stond opeens iedereen stil en wij reden door… Dat was het geheim…’
En als hij is uitgezongen: ‘Dat was een liedje van Neerlands Hoop. Ik heb het speciaal in het programma opgenomen om de componist ervan te eren: dat was Bram Vermeulen, die hier in Vlaanderen op handen werd gedragen.’
Er volgt een groot applaus.

De conferences komen grotendeels uit zijn verkiezingsconference De Stemming uit 2003 (De een en de ander, De Stemming, Luie reet) en uit De Vergrijzing (zoals Buren, De loods en Irak), terwijl hij ook materiaal uitprobeert dat terug zal komen in Freek Kortgehouden, de serie waarmee hij vanaf 28 oktober tien weken achtereen is te zien op de VPRO-televisie. Soms zijn er verwijzingen naar de Vlaamse politiek, veelal in relatie met ontwikkelingen in Nederland: ‘De LPF is in Nederland pas groot geworden toen Fortuyn werd vermoord. Dus houd Filip Dewinter in leven! Ga om hem heen staan! Vorm een cordon sanitaire!’

Filip Dewinter staat ook centraal in het laatste lied voor de pauze, waarbij hij zichzelf op de vleugel begeleidt. Op muziek van Jacques Brels Mijn vlakke land zingt hij:

wanneer Dewinter spreekt en het volk gekluisterd luistert
hij zijn abjecte kijk op mensen uitschreeuwt fluistert
wanneer zijn stem gehaaid zijn publiek bespeelt
zijn gehoor betovert met de leugen van het vooroordeel
wanneer de stemming uitmondt in dronken volksgezang
en de lucht zwanger is van slechts het Vlaams Belang
dan zucht mijn land mijn vlakke land…

In de media spreekt Filip Dewinter uit dat hij teleurgesteld is in Freek de Jonge, van wie hij een fan is. Van zo’n intelligent iemand had hij niet verwacht dat die hem zó laag zou afschilderen. Als Dewinter aandringt op een openbaar debat, antwoordt Freek de Jonge: ‘Nóg meer aandacht? Dat zou hij wel willen!’

Cordon Sanitaire speelt t/m 26 november. Vanaf 28 oktober is hij dus alweer wekelijks op televisie te zien en wel met tien afleveringen van Freek Kortgehouden, waarvoor hij zo’n tachtig filmpjes van drie minuten maakt, ingedeeld in acht grote thema’s en gepresenteerd in tien verschillende stijlen. En een week na de laatste voorstelling van Cordon Sanitaire start hij met Freek doet de deur dicht. Dat programma zal hij een maand spelen in het Nieuwe De la Mar Theater, dat daarna zijn deuren sluit.

COULISSEN

Robert Jan Stips speelt deze tour niet mee. Vanaf oktober 2005 zijn de Nits volop aan het toeren in binnen- en buitenland (België, Engeland, Finland en Zwitserland) met repertoire van een nieuwe cd, getiteld Les Nuits. Centraal daarop staat de moord op Theo van Gogh, die plaatsvond in de straat waar Henk Hofstede woont.
De programmatitel Cordon Sanitaire verwijst naar de keuze van de Vlaamse politieke partijen om samenwerking met extreme partijen als het Vlaams Blok uit te sluiten. In 1989 werd daartoe het initiatief genomen en in 1992 volgde een resolutie waarin de immigratiestandpunten van het Vlaams Blok veroordeeld werden op grond van de strijdigheid met de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens.
Het cordon sanitaire gold voor lokale en nationale niveaus en verkiezingen. Na de omvorming van het Vlaams Blok naar Vlaams Belang is er niet langer sprake van uitsluiting. Na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 ontstonden de eerste samenwerkingsverbanden met het Vlaams Belang.
Tot de velen met grote kritiek op zo’n cordon sanitaire behoort Freek de Jonge. In de Vlaamse krant De Standaard zegt hij (op 10 oktober 2005): ‘Dat cordon sanitaire is een slechte zaak. In Nederland was het gauw afgelopen met de partij van Pim Fortuyn toen ze in de regering moest stappen. Alleen is het Vlaams Belang veel beter georganiseerd. Het heeft daar alle tijd voor gehad doordat de andere politieke partijen het al die jaren heeft geïsoleerd. Je kunt wel een repressief beleid verwachten als Filip Dewinter aan de macht komt, maar ook dat zal gauw misgaan.’ En in een andere Vlaamse krant, De Morgen (idem 10 oktober 2005): ‘Laat het Vlaams Belang maar even doen. Zolang iemand geen vuile handen heeft, kun je hem ook niet aanpakken. Als Filip Dewinter twee jaar burgemeester van Antwerpen is, zal de bevolking wel anders piepen. Het is pas als het Vlaams Belang zijn beleidsdaden moet verantwoorden dat het in moeilijkheden zal komen.’

Op zondag 3 april 2005 hebben Freek de Jonge (tekst en vertolking) en Robert Jan Stips (compositie) de Annie M.G. Schmidt-prijs uitgereikt gekregen voor Vergeet mij niet, dat de jury beschouwt als het beste theaterlied van 2004.
Op 12 november 2005 ontvangt hij nog een prijs: de Groenman-taalprijs. Het is de tweejaarlijkse prijs van de Stichting Let Op Uw Taal (LOUT) en wordt toegekend aan een mediapersoonlijkheid uit het Nederlandse taalgebied die zich heeft onderscheiden door goed en creatief gebruik van de Nederlandse taal. De uitreiking heeft in Utrecht plaats en maakt onderdeel uit van het congres van het Genootschap Onze Taal.

Uit het juryrapport:

De winnaar van de Groenman-taalprijs 2005 is een komiek die gedichten schrijft, een moralist die zijn publiek laat lachen, een dichter die de mensheid een spiegel voorhoudt: Freek de Jonge. (…)
Hij heeft het cabaret, dat véél, zo niet álles met taal te maken heeft, veranderd. Het vermaak dat hij biedt, is niet vrijblijvend, maar scherp kritisch. Hij kietelt niet alleen, maar schúúrt ook als het moet. (…)
Hij draait de werkelijkheid een kwartslag om. Over zijn tuinman, die is aangesteld toen de tuin natuur was geworden – en dat is natuurlijk niet de bedoeling van een tuin: die man heeft zo ongelooflijk veel plezier in zijn werk dat hij om het te mogen doen graag een kleinigheidje betaalt. (…)
Intussen worden de technische verfijning en de subtiele omkering gedragen door een taaltraditie die onmiskenbaar Nederlands is: die van de prekende retoriek van de dominee. Alleen verkeert de heilsboodschap hier in haar ironisch tegendeel en zorgt het onderbrengen van het persoonlijk engagement in de ‘preek’ voor een ongewone toegankelijkheid.
Het taalgebruik van de winnaar van de Groenman-taalprijs 2005 is helder, ontroerend, kolderiek, eenvoudig. Hij is betrokken bij de samenleving en weet die betrokkenheid in meeslepende taal tot uitdrukking te brengen.

De jury wordt gevormd door Ludo Beheydt, hoogleraar Nederlands in Leuven, Hans Heestermans, voorzitter van de stichting LOUT, Hennie Stoel, radiopresentatrice, en Peter Smulders, directeur van het Genootschap Onze Taal.
De Groenman-taalprijs bestaat dat jaar uit een kunstwerk van de Leidse kunstenares Marlies van Boekel. Zij heeft een door De Jonge uitgekozen favoriete tekst verwerkt en verbeeld in haar kunstwerk. Freek de Jonge koos een citaat uit een brief van Vincent van Gogh. Hij is de zevende winnaar van deze prijs. Eerdere winnaars waren presentator Paul Witteman (1993), de Vlaamse nieuwslezeres Martine Tanghe (1995), radiopresentator Frits Spits (1997), televisiemaker/schrijver Kees van Kooten (1999), tekstschrijver/presentator Ivo de Wijs (2001) en columnist/tv-persoonlijkheid Jan Mulder (2003).

Er zijn niet alleen prijzen, er is ook kritiek. Op 29 juni 2005 is Freek de Jonge een van de artiesten die optreedt bij de afsluiting van de Nederlandse Veteranendag. In Ahoy heeft een muzikaal theaterprogramma plaats van het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht met artiesten als Angela Groothuizen, Leoni Jansen, Gerard van Maasakkers en Freek de Jonge dus, die er onder meer zijn lied Srebrenica zingt. De NOS-televisie zendt de show rechtstreeks uit.
Na het overlijden van prins Bernhard werd diens geboortedag, 29 juni dus, uitgeroepen tot Nederlandse Veteranendag. Die van 2005 was de eerste. Die Veteranendag komt in plaats van het jaarlijkse defilé op 5 mei in Wageningen en geldt als eerbetoon aan alle veteranen, dus ook de militairen die recent deelnamen aan vredesmissies.

‘Een groot aantal oud-Indiëgangers heeft ernstige bezwaren tegen het programma (…). De dag krijgt een te hoog “bobo-gehalte”, is veel te zwaar voor “veteranen van tegen de tachtig” en wordt “tot overmaat van ramp” besloten met een optreden van cabaretier Freek de Jonge. (…) “Het accent ligt toch zwaar op de jonge veteranen die aan de vredesmissies hebben meegedaan”, oordeelt Waalwijker Anton de Graaff, die als oud-Indië­ganger zestien boeken schreef over de strijd in het toenmalige Nederlands-Indië. “Ik zou zeggen dat je met 6234 doden toch wat meer in de melk te brokkelen hebt dan de veteranen van een vredesmissie met twee of drie doden. Over tien jaar zijn er geen Indië-veteranen meer; dan mag je je best gaan richten op de jongere generaties. (…) Denk je nou echt dat wij op Freek de Jonge zitten te wachten?” (…) Prosper Ego, voorzitter van het Oud-Strijders Legioen, noemt het optreden van Freek de Jonge een regelrechte provocatie. “Als je weet wat die man in het verleden allemaal aan onzin heeft gespuid over Nederlandse militairen!”.’ (Brabants Dagblad, 23 juni 2005)

Behalve Cordon Sanitaire speelt hij in deze periode dus nog enkele voorstellingen. Zo treedt hij vier keer op met David Olney: op 25 oktober in De Harmonie in Leeuwarden, op 26 oktober in De Melkweg te Amsterdam en op 13 november nog twee keer in De Schalm in Westwoud.
David Olney is een Amerikaanse singer-songwriter wiens repertoire ook is opgenomen door onder anderen Steve Earle (Saturday night/Sunday morning), Emmylou Harris (Deeper well en Jerusalem tomorrow), Del McCoury (Queen Anne’s lace) en Linda Ronstadt (Women across the river en 1917).

‘Het idee voor vier duo-optredens ontstond een jaar geleden. Singer-songwriter Olney was in Nederland. De Jonge – een fan die werkte aan vertalingen van zijn teksten – nodigde hem uit voor een kop koffie. Ze spraken een hele dag met elkaar en er volgde een intensief telefoon- en e-mailverkeer.’ (Dirk-Jan Arensman in Het Parool, 27 oktober 2005)

Freek de Jonge laat zich bij die vier concerten begeleiden door dezelfde viermansband als in Cordon Sanitaire, met dus ook nu Martin Fondse in plaats van Robert Jan Stips. David Olney (gitaar en zang) brengt zelf gitarist Mark ‘Sergio’ Webb mee. Centraal staat in die concerten het repertoire van Olney, aangevuld met liedjes (zoals Aandacht, Mannenwereld, Srebrenica, Wees niet bang) en anekdotes en conferences (De een en de ander, Irak) die ook in Cordon Sanitaire zitten. Ook deze keer is de bewerking van Brels Mijn vlakke land tot aanklacht tegen het Vlaams Blok het pauzelied en ook nu begeleidt Freek de Jonge zichzelf daarbij solo op de vleugel.
Van enkele nummers van Olney schreef Freek de Jonge een Nederlandse bewerking, zoals Brays en Jerusalem. In het intro van het laatste lied vertelt hij hoe hij het repertoire van Olney leerde kennen: een muziekjournalist stuurde hem 15 jaar geleden een cd’tje van de Amerikaan toe en daarop stond Jerusalem, dat hem meteen fascineerde.

‘”Zijn muziek geeft me het zondagschoolgevoel”, zegt Freek de Jonge over zijn samenwerking met de Amerikaanse singer-songwriter David Olney. (…) Olney speelt beproefde nummers als Deeper well en Illegal cargo, die hem in de afgelopen twintig jaar een gerespecteerd songleverancier maakten voor Americana-sterren als Emmylou Harris en Steve Earle. Freek praat, put uit eigen repertoire, zingt duetten en vertaalde enkele van Olney’s nummers, zoals Jerusalem tomorrow. “Een van de mooiste liedjes die ik ken”, zegt De Jonge over de bloedstollende bijbelvertelling, die in zijn vertaling Jeruzalem morgen heet. “Het heeft een mooie melodie en er zit een hunkering in naar iets groots en iets moois dat wat mij betreft in elk liedje zou moeten zitten. Olney dweept niet met religie zoals Dylan het ooit gedaan heeft. Hij is een meester in het hervertellen van bestaande verhalen. Palmpasen bezingt hij vanuit het perspectief van de ezel op wiens rug de Heer zat. De zuiverheid waarmee hij dat doet, gaat voorbij aan parodie of ironie.” Nederland is niet rijk bedeeld met singer-songwriters van het kaliber David Olney, vindt De Jonge. “Een man met een gitaar als Olney, dat is mijn muziek. Zijn liedjes gaan rechtstreeks naar het hart en de ziel. In wezen zijn het heel naïeve vertelsels, die maar drie akkoorden nodig hebben en daarmee hun onschuld vasthouden.” Samen muziek maken hebben ze nog nooit gedaan, maar bij een ontmoeting klikte het. “Hij was geïnteresseerd in de Europese cultuur en de manier waarop ik mijn optredens gestalte geef. In wezen doen we hetzelfde. Hoe je het ook vervat: allebei zijn we in ons werk voortdurend op zoek naar onschuld en transcendentie.” “Het lijkt onbeholpen contact met iemand te zoeken via een gezamenlijk optreden. Mijn kinderen roepen wel eens dat ik ze niet vanaf het toneel hoef op te voeden en dat ik dat misschien beter thuis kan doen. Maar veel van mijn communicatie verloopt nu eenmaal via het toneel. Het is niet anders. Dichter dan dit kunnen Olney en ik niet bij elkaar komen. Hopelijk ontmoeten we elkaar op het podium in die zin dat alles tussen ons mogelijk zal zijn”.’ (Interview Jan Vollaard in NRC-Handelsblad, 25 oktober 2005)

Op 19 september 2005 treedt Freek de Jonge op als presentator en veilingmeester op de benefietavond Dutch Jazz for New Orleans, waarvan de opbrengst is bestemd voor de muzikanten van New Orleans die door de overstromingen dakloos en/of werkeloos zijn geworden. Het laatste omdat hun instrumenten verloren gingen. Hij zingt daar Het OLVG, zijn vertaling van het lied St. James Infirmary, de klassieker die hij leert kennen via een cd van de Dutch Swing College Band. Op deze avond smaakt hij het genoegen het lied te mogen vertolken met dat gezelschap.

Met Ocobar neemt hij de cd-single Lach om het leven op, een bewerking van het beroemde lied Comme de bien entendu, uit de Jean Boyer-film Circonstances Atténuantes (1939). Aan het lied werken, naast Ocobar (Cok van Vuuren en Bart en Rob Wijtman), ook Hella de Jonge en kunstfluiter Geert Chatrou mee.

Vanaf eind oktober is hij weer wekelijks op de VPRO-televisie te zien met tien afleveringen van Freek Kortgehouden. En de hele maand december speelt hij in Amsterdam Freek doet de deur dicht (van het Nieuwe De la Mar Theater), dat daarna sluit. Omdat hij niet alleen theaters sluit, maar ze ook opent, volgt maart 2006 Freek doet de deur open (van het Oude Luxor Theater) in Rotterdam.

KRITIEK

‘Het begint met de cabaretier die even de popgod mag spelen: Het is een mannenwereld, krijst hij als een polder-James Brown. En ergens halverwege het door de soulvertaling heen geweven verhaal (…) doet hij zijn beste Elvis-pose bij de microfoonstandaard. Maar dan kondigt hij hem aan: “De man voor wie u vanavond allemaal gekomen bent. Uit Nashville, Tennessee: David Olney!”
Freek de Jonge zegt het en hij meent het. Zelfs al is de grijze man met pet die vervolgens opkomt vooral een songwriter’s songwriter (gecoverd door onder anderen Emmylou Harris, Steve Earle en Johnny Cash), die als optredend artiest nooit stadions vol zal spelen.
(…)
Een vijfkoppige band (vier Hollanders en de Amerikaans-Mexicaanse gitarist Sergio Webb) die country-rockt alsof ze zo uit een honky tonk komen rollen. Olney die zijn verhalende liedjes speelt en De Jonge als presentator en tussen-de-nummers-door-conferencier die af en toe (in vertaling) meezingt. Het is een bijzondere samenwerking. En vaak werkt-ie nog ook. Olney zingt bijvoorbeeld het adembenemend mooie Lenora van zijn laatste album, Migration – een liefdesballade zoals Edgar Allan Poe die geschreven zou hebben als hij een Canadese gans was geweest die treurde om een gesneuvelde medegans. (…) Prachtig. En de perfecte aanleiding voor een paar vogelgriepgrappen van Freek.
Freek houdt een monoloog over Hilbrand Nawijn en zijn denktank met het Vlaams Belang (…), gevolgd door een variant op Mijn vlakke land. Olney zingt 1917, het verhaal van een Franse hoer tijdens de Eerste Wereldoorlog, terwijl zijn gastheer de vertaling voorleest van zijn laptop. (…)
Fans van beide partijen hebben een topavond. En als de zaal net zo vol zit als David Olney de volgende keer solo optreedt in Nederland, was het experiment met Freek de Jonge meer dan de moeite waard.’ (Dirk-Jan Arensman in Het Parool, 27 oktober 2005)

SPEELDATA

Cordon Sanitaire: van 29 september t/m 26 november 2005, in totaal dertig voorstellingen, uitsluitend in Vlaanderen.

Freek de Jonge & David Olney: op 25 en 26 oktober en (twee keer) op 13 november 2005. In totaal vier voorstellingen in achtereenvolgens Leeuwarden, Amsterdam en Westwoud.

TEKST/MUZIEK

Freek de Jonge: teksten, vertalingen (David Olney) en Nederlandse bewerkingen (Jacques Brel, Gilles Thibaut e.a.). Muziek van Robert Jan Stips, Jacques Brel, Bob Dylan, David Olney, Jean Renard e.a.

SPEL

Cordon Sanitaire: Leon Klaasse (drums), Bart de Ruiter (bas), Cok van Vuuren (snaren) en Martin Fondse (toetsen). De laatste vervangt vaste pianist Robert Jan Stips. In enkele nummers speelt Hella de Jonge (viool) mee.
Freek de Jonge & David Olney: dezelfde bezetting. David Olney (gitaar en zang) brengt zelf gitarist Mark ‘Sergio’ Webb mee.

PUBLICATIES

Tekst

Mijn vlakke land (Dewinter) staat afgedrukt in Wees niet bang (2007). In die uitgave wordt een ander nieuw lied, Srebrenica, toegeschreven aan de Veteranendag (2005). Het maakte echter al deel uit van De Vergrijzing (2004).

Geluid

CDS Vergeet mij niet (drie versies). Uitgave BUMA bij toekenning Annie M.G. Schmidt-prijs 2004.
De eerste opname is van 14 december 2004: uit aflevering 14 van De Vergrijzing, een concert in Paradiso. De tweede opname is op 4 februari 2005 gemaakt in het Concertgebouw, waar Freek de Jonge optrad met het Metropole Orkest. Deze avond maakte deel uit van de serie Cabaretiers in Concert, een initiatief van het NCRV-radioprogramma Volgspot. De opnamen werden 19 en 26 juni 2005 in dat programma uitgezonden. De derde opname is een privé-opname, op 11 maart 2005 gerealiseerd in Muiderberg met Robert Jan Stips (piano), Hella de Jonge (viool) en Cok van Vuuren (gitaar).
Uitgave met ook dvd bijgevoegd met dezelfde drie registraties, maar dan op beeld.

Nieuwe liedjes als Aandacht (muziek Daniël Lohues), Brays, Jeruzalem (beide naar en Brays ook met David Olney), Quarantaine, Srebrenica (muziek Bob Dylan) en Vergeet mij niet (alle drie uit De Vergrijzing) staan alle op de 2cd De Toehoorder, uitgebracht in 2007.
De Toehoorder is zijn laatste cd, zo vermoedde hij in het hoestekstje: In april 1967 verscheen een eerste voor de handel bestemd grammofoonplaatje waar, als een van De Paradijsvogels, mijn stem op stond. Nu, ruim veertig jaar later, verschijnt naar alle waarschijnlijkheid mijn laatste cd. Niet omdat ik ophoud met liedjes maken, maar omdat ik de toekomst van deze manier van geluid overdragen somber inzie. In 2010 verschijnt zijn studio-cd Van A naar Z.

Beeld

DVD Vergeet mij niet (drie versies). Uitgave BUMA bij toekenning Annie M.G. Schmidt-prijs 2004. Dezelfde drie versies als op de bijgevoegde cd, maar nu dus als beeldregistratie.

[Tekst: Frank Verhallen uit ‘Kijk! Dat is Freek’]