Zo levend als een dooie
VPRO Drie voor 12 – 29 augustus 2022 – Tekst: Lars Jansen – Foto’s: Donald van Tol
Meindert Talma en Freek de Jonge weten met een combinatie van muziek en cabaret een tragisch, historisch figuur weer springlevend te maken.
Op de zondagavond van 28 augustus brachten Meindert Talma en Freek de Jonge het muzikale levensverhaal van Ferdinand Domela Nieuwenhuis tot leven. Dit verhaal gaat schuil achter Talma’s De Domela Passie. De twee staan op de Apollo stage om de laatste dag van het Noorderzon festival af te sluiten. Talma’s donkere nummers, aan elkaar gepraat door de Friese cult-zanger met anekdotes uit Domela’s leven, worden afgewisseld met door Freek de Jonge driftig vertelde moralistische verhaaltjes en aangedikte episodes uit zijn eigen leven. Naar eigen zeggen delen de heren beiden een grote fascinatie voor Domela. Het schemerige, amphitheater-achtige Apollo podium in het oude rode bolwerk genaamd Groningen blijkt een prima plek voor Talma en de Jonge om deze socialist weer even tot leven te wekken.
Meindert Talma – De noordelijke Nick Cave
De Apollo is nagenoeg niet versierd door Talma en de Jonge zelf, en slechts wat muziekinstrumenten voor de Noorderzon banner en de brandende podiumverlichting geven de impressie dat er vanavond een optreden is. Langzaam vult het veldje rond het podium zich met mensen en betreden eerst het koor en daarna de muzikanten de planken. Als dan de eerste klanken door de kleine PA klinken, stapt ook eindelijk Meindert Talma zelf de bühne op. In een droge Noordelijke tongval groet hij het publiek, mijmert hij hardop over de parallellen tussen poëzie van Domela’s leven en de Griekse Apollo en begint met zijn verhaal. Als de chagrijnige geschiedenisleraar die veel liever ergens anders zou staan dan voor de klas, of als de droge dominee die voor een halflege kerk staat te prediken, introduceert Talma één van de grondleggers van de Nederlandse socialistische beweging. Het geheel (Talma en zijn band, gekleed in het zwart) heeft als we door de wimpers kijken wel iets weg van Nick Cave & The Bad Seeds, maar dan een Noord-Nederlandse versie. De gitarist lijkt zelfs wel een beetje op Warren Ellis.
Talma’s uitstraling, mede te danken aan het compleet zwarte pak dat hij draagt, werkt beeldend in combinatie met zijn zijn onderwerp. Domela’s vrome, maar zoekende en door twijfel verzadigde jeugd als zoon van een Lutherse predikant wordt besproken in het eerste nummer De Vreeze Des Heeren en vanuit de eerste persoon zingt de Friese pop-prediker zonder veel poespas: “Net als mijn vader en grootvader werd ik predikant. / Maar de twijfel aan de bijbel-wonderen kregen steeds meer de overhand. / Als men de dingen ernstig opneemt en dat deed ik van jongsaan. / Dan breek je niet makkelijk met de grondbeginselen van je bestaan.” Doordat Talma niet pretendeert een kwalitatief goede zanger te zijn, wordt de aandacht naar de teksten getrokken en komen de literaire kwaliteiten van Talma’s nummers tot hun volle recht. Of het nu, in het geval van het eerste nummer, over twijfel en breken met de oudere generatie gaat, of, in het geval van het nummer De Vier Johanna’s, een gospeliaans nummer doorweekt van sehnsucht over verlies en verdriet, Talma laat de nummers en de muziek voor zichzelf spreken en verbloemd menselijke onzuiverheden en imperfecties niet. Zo worden de boodschappen universeel, terwijl het onderwerp, Domela’s leven, nooit uit het oog wordt verloren. Zoals de beste verhalen vertelt door de beste vertellers verheffen Talma’s nummers Domela’s leven. Talma’s nummers zijn muzikaal ook sterk. Samen met het koor en twee strijkers zorgt de band voor een passend, dan weer duister, dan weer helder geluid waarover Talma zijn verhaal doet. Het koor is niet altijd even zuiver. Bij sommige nummers, zoals de boze nummers Domela! en De Meest Gehate Man van Nederland wordt het koor, doordat niet alle stemmen de juiste noot raken, de boze menigte zelf en is de druk van honderd woedende gezichten te voelen. Maar, op andere momenten is het storend. Gelukkig niet voldoende om het geheel volledig naar beneden te trekken, maar het leidt soms af van de anders erg mooi gecomponeerde muziek.
Freek de Jonge – De driftige verteller
Natuurlijk is het niet alleen Meindert Talma die op het podium staat, al neemt zijn relaas over de socialist wel de overhand. Ook de van oorsprong Groningse Freek de Jonge krijgt de spotlight op zich gericht. Alsof het contrast tussen de twee vertellers opzettelijk nog groter is gemaakt, wisselt De Jonge Talma’s sobere nummers af met driftig vertelde persoonlijke anekdotes en woord-kunstelijke verhaaltjes die of parallellen met Domela’s leven opzoeken, of reageren op Talma’s materiaal. Zo is De Jonge net als Domela de zoon van een predikant, en begint de cabaretier zijn deel van de voorstelling met een verhaal over zijn eigen vrome jeugd (voordat hij ermee stopte in God te geloven) en zijn predikanten-vader. Die vader werd door de AVRO gevraagd om de morgenwijding te verzorgen vanuit de studio in Hilversum. Het is een humoristisch verhaal dat eindigt met een jonge Freek die in de studio per ongeluk tegen de microfoon van zijn vader slaat. Dit omdat er een zoemende vlieg op het tweedjasje van zijn vader zat, en God in het oor van de jonge Freek het moordbevel gaf. Echter gaat de vergelijking verder dan alleen een overeenkomende opvoeding. Waar Domela twijfelde aan het geloof en een persoonlijke God, brak ook De Jonge met zijn gereformeerde vader. In Freek’s geval was de katalisator Bill Haley’s single Rock Around the Clock, en aan de hand van het nummer laat Freek zien hoe de seksuele revolutie door rock ‘n roll ontvangen werd in het hervormde ouderlijk huis. De band van Talma zet enthousiast de eerste noten van het nummer in, en terwijl de Jonge als een bejaarde Elvis (of Haley zelf) de bekende rock-poses aanneemt en in een crooner-stem “One, two, three o’clock, four o’clock…” zingt, verlaat hij het podium om Domela en Talma weer de ruimte te geven.
De afwisseling en de dialogen tussen Talma en De Jonge zijn welkome pauzes tussen het zware materiaal van Talma’s Passie. De taalkundige spelletjes die De Jonge speelt in zijn verhaaltjes werken bijna als een soort choros zoals in Oud-Griekse drama. De Jonge vertaalt de moralistische boodschap die verscholen gaat in Talma’s muzikale drama naar zijn eigenzinnige vorm van cabaret en vertellen, en wind zo het publiek om zijn vinger. Het lijkt op het eerste gezicht een beetje knullig omdat er een technisch probleem is (doordat een microfoon het even niet doet), maar dat Talma en De Jonge theater-veteranen zijn is snel te merken. Alsof het niets is, maken ze het deel van de show en zorgen ze ervoor dat het publiek, in plaats van zich te ergeren aan het probleem, erom kan lachen. Het is dan ook één van de kwaliteiten die het meest opvallen aan de voorstelling: de kunst om licht en donker, vreugde en verdriet te balanceren. Zelfs leven en dood worden gebalanceerd en overwogen. Door Domela uitbundig te behandelen is de dode socialist even springlevend als het publiek vanavond, terwijl, in de woorden De Jonge: ‘sommige mensen leven alsof ze al dood zijn.’ Talma en De Jonge zetten een stuk neer die slim drama met humor weet te combineren. De Domela Passie is een sterke voorstelling die met haar combinatie van live muziek, verhalende teksten en cabaret veelzijdig genoeg is om het hoofdpodium van Noorderzon op een waardige manier af te sluiten.
Lees hier de oorspronkelijke recensie