Foto Claudia Otten

Messcherpe blik op een steeds vreemdere wereld.

Recensie Theaterkrant

Ruud Buurman 
9 december 2019
Gezien op 7 december 2019, WestergasTheater, Amsterdam

De ouder wordende artiest kampt weliswaar met een traag werkende prostaat, maar zijn brein geeft geen enkele reden tot zorg. Dat is nog messcherp, laat Freek de Jonge horen in zijn ‘jaarsconference’ De lachgasfabriek. Hij kijkt daarin naar een wereld die zich van hem vervreemdt, maar waar hij uit alle macht zich toch weet aan te klampen.

Bij de banketbakker die zijn moorkoppen om ‘polarisatiepolitieke redenen’ van een andere naam heeft voorzien; in de Albert Heijn waar hij zijn boodschappen moet scannen en waar zijn tas wordt gecontroleerd; tijdens een radio-discussieprogramma waarin hij voortdurend wordt onderbroken door voetbalverslagen. En op het Boekenbal.

Zijn blik op de wereld en de mensen om hem heen brengt hem maar al te vaak in conflicten met zichzelf en met zijn omgeving. Hij is immers onberekenbaar. Een ongeleid projectiel misschien wel. Toch waagt hij zich steeds weer in situaties waarin risico op de loer ligt. Ook omdat zijn vrouw Hella hem influistert: ‘ga nou maar, misschien hou je er iets aan over voor je nieuwe theaterprogramma’.

In De Lachgasfabriek staat dus een Freek die weet dat hij tegen de bierkaai vecht. Zijn woede-uitbarstingen zijn evengoed indrukwekkend en vaak hilarisch. Hij ziet dat de leugen regeert, gemakzucht en populisme vrij spel hebben en de angst voor de schreeuwende minderheid, die zich tegelijkertijd ‘ongehoord’ vindt, verstikkend werkt. Maar berusten is dodelijk. De Jonge beukt nog verbijsterd en woedend op ramen en deuren. Verzeilt dus in situaties als Het Boekenbal en roept spot en hoon over zichzelf af, omdat hij opstaat en zijn stem verheft. Wat gretig op de social media wordt gezet. Dan gaan er stemmen op ‘dat de seniele ouwe man zijn mond eens moet houden’. Vaak dezelfde stemmen die roeptoeteren dat ‘vrijheid van meningsuiting’ hun recht is, en onbeperkt en dat je mag zeggen wat je denkt.

‘Maar’, zo betoogt De Jonge in De Lachgasfabriek, ‘de meesten lijken te vergeten dat zoiets dan wel begint met dénken’. Voor dat soort scherpe en heerlijk hautaine repliek tekent De Jonge al zijn hele theaterleven en deze zit ook in allerlei vormen verpakt in dit programma. Tot en met 30 december staat hij in het WestergasTheater, op het Westergasterrein in Amsterdam. Op 1 januari zendt de VPRO het uit.

De Lachgasfabriek is daarom dus geen ‘oudejaarsconference’ De gebeurtenissen van het afgelopen jaar zijn aanwezig, maar op de achtergrond. De Jonge probeert in verhalen en ontboezemingen de grote verbanden te leggen en te duiden. Wat een hele opgave is voor een man ‘op leeftijd’ die in een tijd van grote veranderingen leeft en die zijn relevantie wil behouden. Ouderen vrezen de toekomst, jongeren verachten het verleden. Freek probeert er een brug tussen te slaan met een fraaie rode draad: tussen de grappen, de slappe lach, spitsvondige sneren en knetterende woede-uitbarstingen schakelt hij regelmatig terug naar gesprekken met Limo, een jongen van 11, een ongeleid projectiel en lachgassnuivertje. In het kader van een hulpprogramma heeft hij zich over de jongen ontfermd. Hij ontpopt zich als zijn geweten, dat hem erop attent maakt dat hun geschiedenissen niet dezelfde zijn en theater niet over de ruggen van anderen mag gaan.

Veel grappen en talrijke luchtige intermezzo’s in De Lachgasfabriek zijn van topkwaliteit. Zijn tirades over de ‘liegende volksmenners en charlatans’ Baudet, Hiddema, Cliteur, Trump en Johnson zijn redelijk voorspelbaar, want je weet waar De Jonge staat in dit debat. Evengoed zijn ze een genot om aan te horen. En natuurlijk schuwt hij niet de moralist uit te hangen en politiek en media die de oren laten hangen naar de populisten onder uit de zak te geven. Met een forse sneer naar de publieke omroepen,  waarop hij op 1 januari zelf is te zien. Aan het Engelse ‘Never bite the had that feeds you’ heeft De Jonge geen boodschap.

Foto: Claudia Otten