Opiniestuk De Volkskrant – dinsdag 26 maart ’19

‘Wij kunnen niet zonder cultuur, ook al is hierover voortdurende spanning tussen links en rechts’

Toen Freek de Jonge op het Boekenbal zijn stem verhief, viel hem hoon ten deel. Maar wat was eigenlijk de boodschap?

Mijn vaders leermeester heette Gerardus van der Leeuw en was namens de PvdA onze eerste naoorlogse minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Hij stond een actieve cultuurpolitiek voor met volksverheffing als voornaamste oogmerk. Hij was precies een jaar cultuurminister. Zijn idealen werden in de toenmalige verzuilde samenleving als te links en te dwingend ervaren.

Mag de politiek zich met de opvoeding van het volk bemoeien?

Het ligt voor de hand om te zeggen laat het volk dat vooral lekker zelf uitzoeken. Maar intussen financiert de overheid (de politiek) met ons belastinggeld onderwijs, omroep, musea, orkesten, theatergezelschappen, bibliotheken en muziekscholen. Instellingen die met elkaar het fundament van onze culturele samenleving vormen.

Er is een voortdurende spanning tussen links en rechts in welke mate er gemeenschapsgeld naar deze instellingen moet gaan. Al blijft er een eeuwige discussie gaande of het niet voornamelijk om vrijetijdsbesteding van een bevoorrechte linkse elite zou gaan, er wordt niet getwijfeld aan de diepe zin en het nut ervan: de bestendiging van onze beschaving.

Nu is er sinds grofweg 2000 een beweging in opkomst die, geholpen door de nieuwe media, stelt dat deze instellingen met inbegrip van de journalistiek verantwoordelijk zijn voor de deplorabele toestand waarin ons land zou verkeren.

Omdat wetenschap, pers en kunst zich daar niet tegen kunnen verweren (slager keurt eigen vlees), is die nieuwe beweging niet langer onder de indruk van feiten en argumenten en creëert zij mede dankzij de nieuwe communicatiekanalen haar eigen werkelijkheid.

Het is logisch dat politieke avonturiers zich zijn gaan ontfermen over de mensen die zich niet gehoord en geminacht voelen.

Wat gaat er gebeuren als die politici, als vertolker van de burgers die stellen dat deze cultuurdragers de samenleving ondermijnen, de kans zouden krijgen dat in beleid om te zetten?

De geschiedenis kan ons dat heel goed leren, maar wonderlijk genoeg is begrijpen vanuit historische lessen een taboe geworden. Daarnaast worden onwelkome argumenten vaak afgedaan als politiek correct. Alsof politiek incorrecte argumentatie de voorkeur zou verdienen.

Daarnaast is een duidelijke tendens waarneembaar om discussie via de publieke omroep en gevestigde organen te ontwijken en de achterban via de eigen kanalen tevreden te stellen met verhalen die er ingaan als koek, maar niet altijd waar zijn. Bijvoorbeeld dat een samenzwering de vrije meningsuiting zou frustreren.

Het zou jammer zijn dat opsluiting in het eigen gelijk, een ontegenzeggelijke eigenschap van mijn generatie en deels debet aan de teloorgang van wat men gemakshalve de linkse kerk is gaan noemen, door de nieuwe stroming zou worden overgenomen.

Willen wij onze samenleving leefbaar houden dan zullen we met elkaar moeten discussiëren op basis van feiten, inzichten en vooral vertrouwen.

En dus kunnen wij niet zonder een open universiteit, een vrije pers en gesubsidieerde kunst als fundament van onze cultuur.

Een cultuur die ons gezamenlijke geweten vormt.

Vertrouwen is de balans tussen handelen en geweten.

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/wij-kunnen-niet-zonder-cultuur-ook-al-is-hierover-voortdurende-spanning-tussen-links-en-rechts~bf202812/