Volkskrant: Wat zijn dit voor vragen?

INTERVIEW FREEK DE JONGE

Freek de Jonge: te laat stoppen is beter dan te vroeg stoppen

Wat zijn dit voor vragen? Naar aanleiding van zijn hoofdrol in de film De vogelwachter : tien dilemma’s voor Freek de Jonge.
Bor Beekman 5 november 2020

Freek de Jonge Beeld Frank Ruiter

Mantelmeeuw of rotgans?

‘Dit is alsof je een acteur die Einstein speelt, vraagt de relativiteitstheorie uit te leggen. Ik ben echt geen vogelaar. Ik heb wel reuze mijn best gedaan, voor mijn rol als vogelwachter. Het deed me sterk denken aan het leren van Franse woordjes, die kon ik ook nooit onthouden. Maar die rotgans heeft zijn naam mee. Dus dan ga ik voor de rotgans.

‘We hebben verdomd weinig vogels gezien tijdens de opnamen, moet ik zeggen. Wel moesten we ons terrein verleggen omdat net waar we filmden een heel bijzondere vogel was gaan broeden. Kregen we een telefoontje van Natuurbeheer. De film is prachtig afgewerkt, al die vogels zijn toegevoegd. Je kunt die dieren ook moeilijk vragen: wat als jullie nou eens met z’n vijftigen langs vliegen?’

Freek de Jonge Beeld Frank Ruiter

Acteren: in je eigen huid kruipen of in die van een ander? (1)

‘In mijn vak zou ik best onderwijs kunnen geven: in je eentje op toneel staan, dat heb ik wel zo’n beetje onder de knie. Maar filmacteren, wat is dat eigenlijk? Je hebt alles doorgesproken, je zo goed mogelijk voorbereid op de rol. En dan word je maandagochtend om vier uur met een autootje naar het strand gereden, waar een hutje staat waar je geacht wordt te wonen, in de film dan. Ineens staat de camera op je snufferd gericht en begin je – niet bij scène 1, maar bij scène 35 of zo. Je dóét maar wat. En als de regisseur laat weten: o, dit was goed, ben je blij. Toen Threes Anna (de regisseur, red.) me vroeg, dacht ik wel: als iemand in Nederland dit kan, ben ik dat. Dat is die zekerheid van me. Door sommige mensen wel eens verward met arrogantie.

‘De film is niet mijn kant op gegaan, geen Tati- of Chaplin-achtige slapstick, al heb ik daar in het begin wel op aangestuurd. Maar die vogelwachter zit al 45 jaar in z’n eentje op dat eiland, die gaat echt niet meer leuk doen. Threes heeft een geserreerde film gemaakt. Niet te lollig, ook niet te ernstig. Hartstikke actueel ook, met die quarantaine van nu.’

De illusionist of De vogelwachter?

‘Lastig kiezen, er zit 37 jaar tussen. De illusionist was de eerste film waar ik veel van mezelf in stak. Een fantastische ervaring. En schokkend, vanwege de chaos. Tijdens de opnamen en in de fase van de afwerking kreeg ik enorme bonje met regisseur Jos Stelling. Naar mijn indruk had hij volstrekt geen discipline, maar hij trok wel alles naar zich toe. Je kon ongelooflijk met hem lachen, maar hij had geen script, geen draaiboek. We stonden ’s morgens om 6 uur op de set en begonnen ’s nachts om een uur of 2 te draaien. Ik weet nog dat iemand vroeg: wat is het verschil met theater? Ik zei: theater is een potje sjoelen, film is D-Day. Jos en ik hadden plannen voor een hele trits films, maar dat kwam er niet meer van.

‘Midden jaren tachtig had je Cannon, het filmbedrijf dat Tuschinski opkocht. Dat waren twee Israëlische filmproducenten van voornamelijk B-films (Menahem Golan en Yoram Globus, red.). Een van hen viel eens in een voorstelling van mij, toen hij in het Marriott-hotel langs wat zenders zapte. De volgende dag belde hij op: die jongen moet voor ons een film maken. Ik liet weten: áls ik dat doe, wil ik die film in Amerika maken. Belachelijke eis, natuurlijk. Maar ze gingen het doorgeven aan de bazen, en die zeiden: vlieg hem maar in. Dus ik en Hella naar Los Angeles, keurig opgehaald met een limousine van het vliegveld en ondergebracht in een fantastisch hotel. Na drie dagen werden we ’s ochtends vroeg verwacht op het kantoor. Grote ontreddering daar, want er was net iets gewelddadigs gaande in Israël. We hebben nog 5 minuten gesproken, en toen was het: ga jij maar weer terug naar Nederland.’

Freek de Jonge Beeld Frank Ruiter

Rondootje met Sjaak Swart, of met Johan Cruijff?

‘Met Cruijff heb ik nooit gevoetbald. Sjaak is nu 82, hij kán niet zonder dat spel. Dat houdt tevens in dat er bij hem geen enkele relativering is. Van Cruijff kan ik me niet voorstellen dat hij een rondootje met iemand die er niks van kan serieus zou nemen. Maar Sjaak geeft me nog altijd aanwijzingen, als we de bal rondspelen. ‘Rust!’, roept hij dan. Of: ‘Tijd!’. Toen we voor het eerst samen in een team voetbalden, begin jaren tachtig, zei ik tegen Sjaak: weet je wat zo leuk is? Jij wordt steeds minder, ik steeds beter. Dat laatste is nu ook wel voorbij. Wanneer we voor het laatst trainden? Afgelopen donderdag. Ging heel behoorlijk.’

Halverwege weg lopen bij Herman Finkers of grappen maken bij Robert De Niro?

‘Dat ik ooit in de pauze wegging bij Herman Finkers is wel gênant. Dat zie ik niet als een hoogtepunt in mijn leven. Er zal wel een reden voor zijn geweest, het hoeft niet per se zo te zijn dat ik het niks vond.

Die avond met Robert De Niro was tijdens de filmdagen in Utrecht. Jos kreeg het Gouden Kalf voor De illusionist. Een prijs die toen  niks voorstelde. Maar goed: De Niro reikte hem uit (de acteur was in Nederland voor de promotie voor Once Upon a Time in Americared.) En in die tijd zat ik bovenop de golf, ik had het idee dat… nou ja, dat men alles wat ik deed leuk vond. En die De Niro: aardige man verder, we hebben nog adressen uitgewisseld. Maar ik keek niet echt tegen hem op en ik gaf niks om prijzen. Dus ik maakte geintjes tijdens de uitreiking. Beetje kinderachtig, maar toch ook wel leuk.

‘In die tijd lag de hele zaal dubbel, nu zouden mensen roepen: wat denkt die man wel, daar met De Niro? Toen de Black Lives Matter-demonstratie op de Dam was, schreef ik: oké, mijn voorstelling in Carré is geen voorstelling maar een demonstratie, dan kan er gewoon vijftienhonderd man komen. Nou, daar kreeg ik via Twitter driehonderdduizend reacties op. Werd ik ineens in dat andere kamp ingelijfd. Las ik: voor het eerst dat Freek de Jonge iets schrijft waar ik om kan lachen!

‘Het is lastig hoor, deze tijd: de lichtheid is weg.’

76 of 16?

‘Toen ik 16 was, woonde ik nog in Zaandam. Alles was heel erg latent. Ik had een paar grappige dingetjes op school gedaan, een vriend van mijn oudere broer ging wel eens met mij zitten praten op mijn kamertje, omdat ik hem aan het lachen kon maken. Dat sterkte me. Verder was het nog niet zo glorieus. Ik zat in de tweede klas van de hbs: twee keer blijven zitten in de eerste, een keer in de tweede. Meisjes hadden geen oog voor mij. Voetballen was ik ook niet goed in.

‘En 76 valt reuze mee. Wij mensen zijn schade- en schandewezens: je leert, je ervaart pijn. Lichamelijk voel ik me sterk, ik sta midden in het leven. Er zijn de kinderen en kleinkinderen. Volgend jaar zijn Hella en ik vijftig jaar getrouwd. Wij hebben elkaar groter gemaakt, dat is denk ik het mooiste wat je kunt doen in een verhouding.’

Freek de Jonge Beeld Frank Ruiter

Acteren: in je eigen huid kruipen, of in die van een ander? (2)

‘Zei Hella dat tegen je, dat je in De vogelwachter de ware Freek ziet? Ja, ze vindt dat ik zo ben als in de film: een man om van te houden. Ik krijg geregeld ongevraagde post, hatemail. Sommige mensen verbinden conclusies aan hun woede. Ik moet op z’n minst onmiddellijk met alles stoppen, en als het even kan toch ook wel dood. Dat je denkt: hoe komen ze erbij? Misschien kantelt dat over een paar jaar weer, dat je ineens tóch op handen gedragen het graf in gaat.

‘Ik zie mijzelf ook wel in dat personage in De vogelwachter. Ik ben in wezen een provinciaal, een jongen die met weinig tevreden is. De man in de film treedt alles wat hem op latere leeftijd overkomt met een wonderlijke berusting tegemoet. Hella en ik hebben in ons leven een paar aangrijpende dingen meegemaakt, een kind en een kleinkind verloren. Daarmee is de dood een deel van ons leven geworden.’

Dertig man in Carré of dertig man thuis?

‘Thuis is dan toch prettiger. Carré vroeg: wil je iets doen voor honderd mensen? Dat werd mijn corona-conference, Asociale afstand. Tien keer gespeeld, tot ook dat niet meer kon. Het valt reuze mee, spelen voor zo weinig mensen. Je moet alleen niet doen alsof je voor vijftienhonderd man staat: iets rustiger spelen. Ik merkte dat het publiek eerst nog even geïntimideerd was. Kunnen we wel lachen?’

Freek de Jonge Beeld Frank Ruiter

Te vroeg stoppen of te laat stoppen?

‘Te laat. Te vroeg moet je niet doen. Als je in een zaal voor vijfhonderd man staat en even niet op een bepaald woord komt, is dat ook wel interessant. Als je de soepelheid nog hebt, kun je daar iets mee doen. Een beetje ontluistering is dramatisch interessant. Het moet wel onder controle blijven: je kunt niet als dementerende oude man voor de zaal gaan staan. Maar wie weet wat er nog in het vat zit?’

De Vogelwachter
Vanwege de sluiting van de bioscopen is de release van De vogelwachter verschoven naar 19 november. In de tragikomische speelfilm van Threes Anna woont een vogelwachter (Freek de Jonge) al bijna een halve eeuw op een afgelegen eiland, waar hij de vogelstand bijhoudt. Op een dag krijgt de man bericht dat zijn post wordt opgeheven.  

https://www.volkskrant.nl/mensen/freek-de-jonge-te-laat-stoppen-is-beter-dan-te-vroeg-stoppen~b51f1ae4/