Dit zou een recensie van de nieuwe Freek de Jonge worden – maar toen belde hij op

Journalist Gidi Heesakkers zou een recensie voor De Volkskrant schrijven over De suppoost, de nieuwe solovoorstelling van Freek de Jonge. Maar toen hing Freek de Jonge aan de lijn.

foto Eva Roefs

Het plan was dat ik een recensie zou schrijven over De suppoost, de nieuwe solovoorstelling van Freek de Jonge die ik maandag 21 januari zag in de Stadsschouwburg in Utrecht. De woensdag erna had ik twee oproepen gemist van een onbekend nummer. Vast de fietsenmaker, dacht ik terwijl ik terugbelde.

‘Met Freek de Jonge.’

Afgelopen najaar cureerden Freek de Jonge en zijn vrouw Hella een veelbesproken tentoonstelling in het Groninger Museum. Voor Het volle leven waren zij zes weken lang, zes dagen per week, zes uur per dag aanwezig in het museum. Ze toonden er hun kunst – kostuums, beelden, schilderijen, foto’s, filmbeelden, er waren optredens en performances te zien en ze spraken met gasten en bezoekers over hun kunst en kunst in het algemeen.

Drie weken na het einde van de expositie speelde Freek de Jonge in Bergeijk de eerste try-out van De suppoost, het theaterprogramma dat voortvloeide uit de periode in Groningen en dat in september eindigt met vijf avonden Carré. Ik woonde in Utrecht de 22ste voorstelling bij.

Freek de Jonge is een notoire recensenten-nabeller, maar dit keer liet hij al van zich horen vóór mijn recensie was geschreven, laat staan gepubliceerd. Hoe ik het had gevonden, wilde hij weten. Ik antwoordde dat ik mijn oordeel aan het uitstellen was, verwijzend naar een opmerking van hem uit de voorstelling.

Marcel Duchamp

In Utrecht had ik hem niet in de gedaante van een suppoost zien kruipen, zoals in de aankondiging op de site van het theater te lezen viel. Wel voerde hij stukjes performance op en vertelde hij begeesterd over het urinoir van Marcel Duchamp, dat in 1917 onze kijk op kunst kantelde: vanaf dat moment kon alles kunst zijn en iedereen een kunstenaar, volgens Freek een bevrijding en duidelijk een thema van de avond.

Niet voor het eerst maakte hij toespelingen op het einde van zijn carrière als cabaretier. Het moment dat hij moet stoppen komt dichterbij, vertelde hij de zaal. Het ging over de ongemakken van een 75-jarige man en de kloof die hij in Groningen ervoer tussen hem en de jeugd van tegenwoordig. Een zendingsdrang maakte zich van hem meester zodra er kinderen in het museum kwamen. Maar als hij een toonladder wilde zingen met zo’n klas, keken ze hem aan alsof hij een granaat naar ze wilde gooien.

De kinderen die tegenwoordig aan de lopende band getest en beoordeeld worden, inspireerden hem tot een verbindingsrap: ‘Wees mens/ verken de grens tussen het mijne en het jouwe/ tussen voelen en weten/ ontspring de dans/ vertrouwen is de balans tussen handelen en geweten.’

Veel bleef voor mijn gevoel in de lucht hangen, die avond in Utrecht. Het werd mij onvoldoende duidelijk waar Freek de Jonge heen wilde met zijn vurige pleidooi voor bevrijdende kunst, zijn bespiegelingen op een uit elkaar groeiende maatschappij, zijn analyse van een begrafenishit van Frans Bauer waarmee taaltechnisch van alles mis is, verhalen over het onderscheid tussen ratio en de macht van het gevoel; hoe al die dingen met elkaar zouden samenhangen. Om mij heen zag ik mensen een beetje aarzelend de zaal verlaten; met welke boodschap stuurde Freek de Jonge hen naar de bar, of naar bed?

foto Eva Roefs

Een beroerde avond

Wat hemzelf betreft was het een beroerde avond geweest, vertelde hij aan de telefoon. Hij was hele stukken vergeten, essentiële stukken, onder meer door een voorval met een technicus voor aanvang. Misschien speelde ook zijn leeftijd een rol, suggereerde Freek, kon hij niet meer zo goed schakelen en in de zogenoemde ‘flow’ raken wanneer zich zo’n akkefietje voordeed. Je hoort de pers niet te bellen, zei de man die dus geregeld verhaal haalt sarcastisch, en je hoort niet te vragen of een journalist misschien nog een keer naar de voorstelling wil komen kijken, om hem op zijn merites te kunnen beoordelen. Maar daar vroeg hij het toch.

Het was zo ongebruikelijk wat Freek de Jonge deed dat ik die avond naar Schouwburg De Meerse in Hoofddorp ben gegaan om De suppoost voor de tweede keer te bekijken. Daarna schreef ik geen recensie, maar maakte ik een afspraak met Freek, om te praten over het verschil tussen Utrecht en Hoofddorp. Want ik had nu inderdaad een completere, betere, goede voorstelling gezien.

Als God en de waarheid dood zijn, betoogde hij dit keer helder, twee oude pijlers van het geweten, hoe kunnen we dan nog gewetensvol zijn? Waar halen jonge én oudere mensen in deze tijd vertrouwen, discipline, concentratie en antwoorden vandaan? Hebben we in dat kader iets aan de bevrijdende gedachte dat alles kunst kan zijn en iedereen een kunstenaar?

De recensent van Trouw, die ook aanwezig was in Utrecht, publiceerde ondertussen zijn recensie. Drie uit vijf sterren: ‘Er passeren als vanouds weer vele symbolisch geladen verhalen en personages de revue, maar wat we er precies mee moeten is niet duidelijk. De losse eindjes overheersen.’

Hij had ook gebeld met de redactie van Trouw, niet met de journalist zelf, zegt Freek terwijl hij thuis in Muiderberg zijn ontbijt naar binnen lepelt. Het is de dag nadat Hella de Jonge tijdens haar lezing bij de Holocaustherdenking in Zaandam bekend had gemaakt dat haar vader Eli Asser op 96-jarige leeftijd is overleden. Het zijn gekke dagen, maar ze wilden de afspraak gewoon laten doorgaan. ‘s Avonds zingt Freek de Jonge bij De wereld draait door een lied uitAssers ‘t Schaep met de 5 Pooten: ‘Als je mekaar niet meer vertrouwen kan.’

Aan zijn schoonvader heeft Freek gezien hoe dramatisch de strijd is die een mens aan het einde van zijn leven voert, vertelt hij. ‘Het niet willen afhaken. De manier waarop je losgelaten wordt door je omgeving, dat mensen simpelweg niet meer in je geïnteresseerd zijn. Je hele leven heb je de glorie meegemaakt van de aandacht en opeens voel je het wegglijden.’

‘De voorstelling is nooit af’

Er was geen premièreavond gepland voor De suppoost. ‘De pers is altijd welkom en de voorstelling is nooit af’, zei hij als journalisten bij hem informeerden wanneer ze welkom waren. En toch is zijn antwoord op de vraag of het wel zo’n goed idee was om de pers al uit te nodigen nu: ‘Nou nee, tuurlijk niet.’

De recensent van NRC Handelsblad kwam een maand na de eerste try-out al kijken in Leiden, onderstreepte zijn oordeel met twee uit vijf ballen en kreeg – natuurlijk – een telefoontje. ‘Ik wil altijd weten wat een recensent gezien heeft, wat hij misschien gemist heeft, wat het misverstand kan zijn. Ik heb een recensent natuurlijk niks te verwijten, maar ik ben wel afhankelijk van die recensies. Bij sommige anderen zitten de zalen vanzelfsprekend vol, bij mij is dat niet zo.’

foto Eva Roefs

Premature geboorte

In Utrecht en Hoofddorp waren er nog kaarten, maar veel kunnen het er niet geweest zijn. Wat er die eerste avond gebeurde, zegt Freek, is hem nog niet vaak gebeurd, in al die jaren niet. ‘Al na een minuut of tien had ik het gevoel dat ik iets aan het vergeten was. En ik vergat steeds meer. Je kunt op zo’n moment gewoon tegen het publiek zeggen: wacht even, deze trein gaat te snel, we zijn op een verkeerd spoor, ik trek aan de noodrem. Maar sporadisch gebeurt het dat je er niet meer in slaagt om te stoppen en steeds krampachtiger wordt.’ Na afloop heeft hij ‘wel een vloekje geslaakt, wat in het algemeen niet gebruikelijk is’. Hij lag er vervolgens de hele nacht van wakker.

Dit moet geen treurig klaagverhaal worden, zegt hij terwijl hij koffie maakt. ‘Dat ik weer zo nodig… Maar ja, ik ben mijn werk aan het beschermen. Zo’n programma, dat is de verhouding moeder-baby. En dan hebben we nu te maken met een premature geboorte. Je staat in feite te kijken naar een mormel in de couveuse, terwijl ik het gevoel heb dat dit een geweldig programma gaat worden.’

foto Eva Roefs

Hij vertelt over zijn worsteling met de toon en de pretentie, die hem in de weg zit om te doen wat hij wil: ‘Gewoon lekker spelen.’ Niemand houdt hem tegen, of hij moet het zelf zijn. ‘Ik voel frictie, gebrek aan vertrouwen, onzekerheid. Dat het goedkomt, daarvan ben ik overtuigd, maar kan ik het mijn publiek aandoen om eerst naar zo’n zoekende man te kijken? Dertig jaar geleden vonden de mensen dat heerlijk en zaten ze met je mee te genieten, maar nu… nee. Het heeft ook met het verwachtingspatroon te maken: ik denk dat mensen moeilijker loskomen van wat zich al in hun hoofd over mij heeft opgebouwd.’

Het idee verkeerd begrepen te worden, dat zijn imago van hoogmoedige, arrogante man die het allemaal beter weet niet strookt met wie hij eigenlijk is, maakte hij in 2014 tot onderwerp van het programma Als je me nu nog niet kent. Het is iets waar hij weer, of nog steeds, over peinst. Hij weet namelijk helemaal niet zo goed waar het heen moet met de wereld, zegt hij, integendeel. En het liefst zou hij worden beoordeeld als een beginner die het cabaret komt opschudden, maar dat kan niet meer wanneer je een artiest van zijn statuur bent. ‘Stel je voor dat dit mijn eerste programma geweest was, dat je niets van mij zou weten. Ik denk dat je dan volkomen overrompeld was geweest.’

Niet te ontkennen valt dat zijn leeftijd hem op het podium weleens in de weg zit. ‘Fysiek. De zaak bij elkaar houden, qua geheugen. Soms moet ik wachten tot het juiste woord me te binnen schiet. Als je jong bent wordt de tijd gefrustreerd doordat je te snel wilt, geen rust hebt; naarmate je ouder wordt wil je soms te snel voor het tempo dat je aankan.’

Misschien begon de tournee te kort na Groningen, zegt hij. ‘En misschien is die verkramptheid ook wel het gevolg van het feit dat ik het allemaal te ernstig neem. De voorstelling, mijn positie. Zonder het al te zeer op de spits te drijven: ik word zo langzamerhand uitgeschakeld. Het is onherroepelijk duidelijk dat ik bezig ben de zaak af te ronden. Dat is mede de reden dat ik je gebeld heb. Het zou wel heel akelig zijn als een van mijn meest ambitieuze voorstellingen in de kiem gesmoord zou worden. Als ik tot slot alles ga bederven.’

Als je je hele leven de glorie hebt meegemaakt van de aandacht, en opeens voel je het wegglijden. Terwijl het er gewoon nog is, zij het de ene avond misschien iets meer dan de andere.

De suppoost, cabaret door Freek de Jonge. Tournee t/m 21/9.