De wartaal van Frans Bauer – DVHN 31-1-19 (recensie)

Recensie Freek de Jonge: De wartaal van Frans Bauer

  • 31 januari Jacques J. d’Ancona

 

  • Op zijn best als hij bij ons verwondering en bij zichzelf twijfel ontsteekt. Freek de Jonge is onderweg, opnieuw, andermaal, altijd weer en nog steeds. Met de zaal gedenkt hij zijn schoonvader – de dit weekend overleden – Eli Asser, auteur die op tv en op het toneel ‘hoge en lage kunsten’ verbond.
  • Vervolgens gaat het dus over de twijfel, over het gevaar dat een grap gaat knagen, omdat-ie flauw is. Daar ketent Freek een afspraak aan met zijn vrouw Hella. Ze zal hem waarschuwen als het genoeg geweest is. Maar hij is van plan zelf op te letten. „Dat moment wil ik voor zijn.”
  • Met dit soort overwegingen hebben wij, zijn publiek, uiteraard niets te maken, terugkijkend op vijftig jaar gedreven en vernieuwend theater. We kwamen, we komen, of we komen niet meer. Tekenen bij of vallen af. Hoewel, toen het echtpaar De Jonge zes weken lang het Groninger Museum bezette met een meer dan verrassende tentoonstelling en een performance van spel en objecten, waren ‘we’ geïnteresseerd en stroomden toe met 40.000 m/v.

·         Bezoekers die ‘foute dingen’ zeggen

  • Daarover vertelt Freek in De Suppoost, refererend aan de beroepskijker op de achtergrond, die de optocht van uur tot uur in de gaten hield. Er barstte een gekte los, een vonk van hysterie sprong over, fans wilden hem ontmoeten. Hij hoorde opmerkingen van mensen die de essentie terzijde schoven, foute dingen zeiden en concludeerden dat ‘dit geen kunst is,’ terwijl het de bedoeling was het publiek naar kunst te leren kijken.
  • Dankbaar materiaal voor een komische inventarisatie en Freek is een meesterverteller. De sector humor heeft hij persoonlijk in de breedte en in de diepte opgerekt, weg van het specifieke cabaretpatroon.
  • De ingrijpende confrontatie met een vrouwelijke suppoost in het museum linkt hij in zijn verhaal aan het begrip vertrouwen, aan het framen binnen het vak, maar ook aan het paardrijden van een kleindochter, discipline en concentratie, de gasbevingen in Groningen, de bomaanslag in Manchester.

·         Geen motto, geen thema

  • Er is geen motto, geen thema. Zonder structuur dompelt Freek de Jonge het programma in het effect van de bizarre kostuums die per traditie meereizen. Er verschijnen gedichtjes op een scherm en hij analyseert de wartaal in een tekst van Frans Bauer. Een registratie, min of meer, van ,,wat de markt wil; het raakt de mensen.” Intuïtief en onnavolgbaar in zijn presentatie, anderzijds geplooid in verwarring, als hij op een laddertje klautert om onhandig kaarsen aan te steken. Wat moet je ermee?
  • Het is een collectie van invallen, eigenlijk: zoals de bespottelijke uitnodiging om een mop op te lepelen tijdens de Zwarte Cross in Lichtenvoorde, of begrafenissen op te luisteren waar hij niets mee heeft. De Jonge houdt ons voor dat zintuigen niet alles horen, ruiken en proeven. De Suppoost is allerminst grensverleggend. Het oogt als een kleurrijk pauzenummer.

Gebeurtenis: theatersolo Freek de Jonge Programma: De Suppoost Tekst, ideeën: De Jonge Objecten, kostuums, belichting: Hella de Jonge-Asser Gezien: 29/1 Rabotheater De Meenthe, Steenwijk Publiek: 350 Nog te zien: 2/2 Leeuwarden, 8/2 Zwolle, 12/2 Groningen, Stadsschouwburg, 17/3 Sneek