‘Als de dood nadert, ga ik niet ingewikkeld doen’

Freek de Jonge: ‘Als de dood nadert, ga ik niet ingewikkeld doen’

In zijn nieuwe voorstelling De Suppoost is Freek de Jonge openhartig over deze fase in zijn leven. De cabaretier, die dit jaar 75 wordt: “Natuurlijk denk ik vaker: op welk moment moet je stoppen? Het mag geen vertoning worden.”

Door: Arno Gelder, AD, 27-02-19

Freek en Hella de Jonge vormden vorig jaar letterlijk het middelpunt van de tentoonstelling Het volle leven in het Groninger Museum. Meer dan 40.000 bezoekers liepen zes weken lang zes uur per dag het echtpaar tegen het lijf. Bij het ontbijt, aan de koffie, tijdens performances en conferences, waarbij het tweetal steevast de dialoog met zijn gasten opzocht. Gasten waren er te over. Gewone Nederlanders, maar ook kopstukken uit de kunst en media als Matthijs van Nieuwkerk, Jan Siebelink , Conny Palmen, Bart Chabot en Wim Pijbes.

De expositie over hun leven en werk, dat ze inmiddels een halve eeuw delen, vormt de basis van de nieuwe voorstelling: De Suppoost. Een show, waarin de cabaretier ook openhartig spreekt over deze fase in zijn leven. Freek de Jonge wordt dit jaar 75 – een halve eeuw na zijn verpletterende debuut met Bram Vermeulen in Neerlands Hoop.

,,Ik voel me fit hoor, voetbal nog altijd twee keer in de week. Als ik de 100 meter tegen een 35-jarige moet lopen, ben ik op de eerste meters nog even snel. Hoewel… laat ik nou niet opscheppen. Voor je het weet gebeuren er rare dingen.Maar als je simpelweg naar de leeftijd kijkt, nader ik mijn grenzen. Na het project in Groningen begon ik meteen met de try-outs van De Suppoost. Te snel, merkte ik. Ik was er niet klaar voor – fysiek en emotioneel. Het hoofd zat nog te vol. Maar ja, volgens Hella ben ik toch nooit te houden.’’

Moeizaam

Opmerkelijk is dat Freek de Jonge na een afwezigheid van ruim twintig jaar weer optreedt in Carré, het Amsterdamse theater waar hij eerst met Neerlands Hoop en – vanaf begin jaren 80 – kind aan huis was met indrukwekkende solovoorstellingen als De Komiek en De Tragiek. ,,Carré geeft me nog altijd een enorme kick. Ik sta er in september een week met een optie voor een tweede. Nee, Jochem Myjer, dat is heel andere koek. Die staat er nu ruim vijftig keer en was in 10 minuten uitverkocht.’’

Hij vertelt dat De Suppoost aan-­vankelijk moeizaam op gang kwam. ,,Dat was soms pijnlijk. Je zoekt naar woorden, piekert, schuift met je materiaal. Bij een van de eerste try-outs dacht ik: kan ik dit nog wel opbrengen? Maar twijfel hoort bij dit vak. Twijfel maakt je alleen maar beter. Tegelijk ben ik zelfkritisch – blijf analyseren en reflecteren. Dat heb ik van Bram uit mijn Neerlands Hoop-tijd. Bram was in alles een topsporter, hij heeft mij grotendeels gevormd en gecoacht. In ons eerste programma speelde ik echt nog de zogenaamde amateur, maar Bram zei: in die rol kun je niet blijven hangen. Je moet je ontwikkelen.’’

In De Suppoost slaat Freek de Jonge een brug tussen heden en (zijn) verleden, waarbij hij mooi met de veranderende tijd en haar nieuwe generatie(s) speelt. Zoals de schoolklas die de tentoonstelling in Groningen bezoekt in de veronderstelling Freek te zien. Dat blijkt, grapt hij met gevoel voor zelfspot, om die andere Freek (Vonk) te gaan.

Voor je kinderen is het ook prettig. Die zijn tegenwoor­dig 70 voordat ze een keer wees zijn

Wonderlijk

En hij blikt terug op zijn ‘eerste stap’ in de theaterwereld. 8 jaar was hij, toen hij een gedichtje ‘over een zwarte man en een blanke vrouw’ voordroeg ergens in een zaaltje. ,,Ik weet de laatste regels nog goed. ‘En na negen maanden kreeg zij een spruit. Die was als een dambord zwart-wit geruit…’ Er gebeurde toen iets wonderlijks. De mensen waren dolenthousiast en ik dacht: hé, het zou wel eens deze kant op kunnen gaan.’’

Nu overspant zijn carrière ruim vijftig jaar. Freek de Jonge: ,,Natuurlijk denk ik vaker: op welk moment moet je stoppen? Het mag geen vertoning worden. Na je 50ste roep je steeds dat je oud wordt. Ik kom nu op een leeftijd dat het onvermijdelijk is om over de laatste fase van mijn leven na te denken. Mijn conclusie is dat ik dik tevreden ben. Als ik soms leeftijdsgenoten zie strompelen… Op zeker moment verdwijn je, als iedereen, uit het openbare leven. Ik bedoel het niet zo vlotjes en hoogmoedig als het misschien klinkt, maar als de dood nadert ga ik niet ingewikkeld doen. Ik ben van de generatie die daar nuchter en soepel over spreekt.”

,,Als bij mij een gevreesde ziekte wordt ontdekt, laat ik daar niets aan doen. Ja, pijnstilling – geen chemokuren. Die ontluistering. Natuurlijk, als je 40 bent en je hebt een gezin is de situatie geheel anders. In wezen kunnen doktoren maar één ding: medicatie verstrekken. Dat heb ik zeer van nabij meegemaakt met Hella en de problemen rond haar hart. Medicijnen maken een ander mens van je.Nee, het definitieve van de dood vind ik allesbehalve treurig. Ik heb zo van het leven geprofiteerd. Er zoveel uit kunnen halen. Ik ga niet zeuren. Het is goed en het is mooi. Trouwens, voor je kinderen is het ook prettig. Die zijn tegenwoordig 70 voordat ze een keer wees zijn.’’

AD, 27 februari 2019

https://www.ad.nl/show/freek-de-jonge-als-de-dood-nadert-ga-ik-niet-ingewikkeld-doen~a0fd008e/