Kom Verder! – Commentaren

Freek benaderde boekhandel Donner om hartje zomer deel 1 van zijn memoires, dat dit najaar onder de titel Kom verder! zal verschijnen, integraal voor te lezen. Geen alledaags verzoek, en indachtig de theaterloopbaan van de auteur bijna op te vatten als een try-out.

We besloten er vier avonden van te maken, verdeeld over twee weken. Het zou, vanwege de coronamaatregelen, in huiskamersetting plaatsvinden. We begonnen de lezingen om half acht in ons atrium, en langzaam viel de avond over de toehoorders. Met een lichtje op Freek, die zittend aan een bureautje met zijn o zo vertrouwde stem verslag deed van vijftig jaar calvinistisch Nederland, preciezer: de eerste helft van de vorige eeuw. Er is goud gepreekt in kleine kerkjes en voor piepkleine gezelschappen. En ook deze gideonsbende in Donner beleefde gedenkwaardige uren.

Het boek vertelt de geschiedenis van de ‘krachtdadige bekering’ van Freek’s grootvader in het open veld en de coming-of-age van diens oudste zoon – Freek’s vader – die door zíjn vader werd voorbestemd om een ‘echte’ dominee te worden. Van binnenuit doet de zoon minutieus verslag van de weg daarnaar toe, met alle aanvechtingen en ontluikende perspectieven. Ondertussen reizen we met hem door de tijd en door het land, van Zeeland over Doetinchem naar Groningen en over Friesland naar Zaandam. Tegelijk worden op intieme en integere wijze de lotgevallen getekend van de mensen om hem heen – in hun eenzame strijd en in hun inbedding in een verzuilde orde. Er is een gemeenschap van gelijkgezinden, en er is een harde strijd gaande in de wereld: van collaborateurs en evacués, van onderduik en executie.

We zien hem schaken en voetballen, zijn eerste schreden in de liefde zetten, trouwen en zijn eerste kansel bestijgen, vader worden en kinderen verliezen. En passant worden theologische disputen, die de calvinistische traditie zozeer kenmerkte, opgeroepen en uitgevochten. En de vraag naar ‘goddelijke genade’ versus ‘menselijke ervaring’ wordt in godgeleerde haarkloverij op de spits gedreven, terwijl de wereld – verbeeld in de komst van de tractor – langzaam maar onontkoombaar de moderniteit in glijdt…

Dat we met Freek in komische en hilarische scenes belanden zal niemand bevreemden, maar nérgens wordt een karikatuur gemaakt van het godsdienstige milieu. De sympathie die de schrijver heeft voor het worstelende karakter van zijn vader, ja voor het worstelende dat de calvinistische traditie überhaupt aankleeft, wordt benoemd wanneer hij de Kierkegaard van Vrees en beven verkiest boven Menno ter Braak met zijn Afscheid van domineesland.
Ik las Wolkers, Maarten ’t Hart, Siebelink en Franca Treur. Maar zelden las ik zo indringend en van binnenuit als bij Freek, wat het is (geweest) om volwassen te worden in een calvinistisch milieu. Om daarin een eigen weg te zoeken. Een geloof en een geloofsomgeving die ons land vele eeuwen, tenminste boven de rivieren en tot diep in de vorige eeuw, hebben gevormd.
Leo van de Wetering,
Boekhandel Donner, Rotterdam

Als een verteller pur sang zoals Freek de Jonge de taak op zich neemt ‘de halve eeuw van zijn vader’ te boek te stellen, dan verwacht je haast vanzelf iets monumentaals. Helemaal als je je realiseert – zoals mij tijdens het inkijkje in zijn scheppingsproces steeds duidelijker werd – dat hij ver voorbij historie en archiefstukken, correspondentie en preken de diepe binnenwereld van zijn grootouders, ouders en andere leden van zijn voorgeslacht tot leven wil wekken. Hij is daarin geslaagd op een wijze, alleen weggelegd voor schrijvers die een grenzeloos inlevingsvermogen paren aan een warme liefde voor hun hoofdpersonen. Zonder dat zijn immer nieuwsgierige en kritische geest een moment verslapt. Kom verder! is Freeks even persoonlijk als universeel portret van het Nederland van de eerste helft twintigste eeuw. Schrijnend eerlijk, waar mogelijk humoristisch, altijd zoekend en oprecht.

Het was een bijzonder voorrecht als ‘sparringpartner’ de afronding van dit eerste deel van Freeks memoires aan zijn werktafel mee te beleven.

Peter Dicker